Rust en ratio brengen in tv-debat valt in huidige cultuur niet mee
Tv-debatten tussen politici zijn te schreeuwerig, te hapsnap, te oppervlakkig. Dat komt door de media. Die willen vermaak en emotie. Maar er speelt meer. Ook de kijker zoekt vertier en verstrooiing.
Het viel VVD-lijsttrekker Rutte zichtbaar niet mee. In het RTL-verkiezingsdebat werd hij begin deze week onverwacht geconfronteerd met een boze kiezer. Nee, niet op een afstand, via een videoscherm, maar pal voor zijn neus stond Kristie Rongen, één van de vele slachtoffers van de affaire rond de kinderopvangtoeslagen.
Fel haalde de vrouw uit. Hoe de demissionaire premier het in zijn hoofd haalde hier nog te staan, terwijl andere hoofdrolspelers, zoals Snel, Wiebes en Asscher, beschaamd van het toneel waren verdwenen. Moest hij, Rutte, als de zaak niet binnen een jaar was opgelost, niet alsnog het veld ruimen?
Stilvallen deed de VVD-voorman op dat moment niet. Wel haperden af en toe zijn volzinnen. Met de kritiek van mevrouw Rongen leek hij beduidend meer moeite te hebben dan met de felste aanvallen van PVV-leider Wilders.
Deze nieuwe trend: politici onverwacht confronteren met ontevreden, kritische burgers, werd in de dagen daarna door opinievormers verschillend beoordeeld. Fantastisch, vonden sommigen. Zo maakte je programma’s over politiek nog eens levensecht! Zo kon je aalgladde politici toch uit hun tent lokken.
Anderen uitten kritiek. En terecht. Want heeft het niet ook iets oneerlijks en spelbedervends om Kamerleden, ministers of lijsttrekkers op deze wijze in een hoek te drijven en schaakmat te zetten? In de beeldvorming kun je immers als ‘Haagse betweter’ nooit op tegen de pure, authentieke emotie van de gewone man of vrouw? En tegenover het gros van de kijkers sta je bij voorbaat op achterstand als je ingewikkelde wetten, gericht op het algemeen belang, in rapport moet gaan brengen met individueel burgerleed. Dat is vechten tegen de bierkaai.
Dit gezegd hebbend, is de verleiding groot vooral de audiovisuele media met plek en veren te overgieten. Want past het invliegen van boze burgers niet perfect in het plaatje van de commercialisering van radio en tv, zoals die na 1989 plaatsvond?
Zenders als RTL en SBS zetten vanaf toen, ook bij programma’s met een politieke insteek, steeds meer in op entertainment en emotie. Debatten moesten kort, levendig en fel zijn. Politici kwamen alleen nog uit de verf als zij meesters waren in oneliners, in het opknippen van hun boodschap in hapklare brokken en in het dissen van tegenstanders. Ratio, rust en een grondige gedachtenopbouw legden het steeds meer af tegen soundbites, sensatie en concrete casussen. Zoals deze week die van Kristie Rongen.
Toch is alleen maar afgeven op de media te gemakkelijk. Oud-NRC-journalist Pieter van Os deed eens een leerzaam experiment. Aan critici die meenden dat ook zijn krant te veel aandacht schonk aan emoties en human interest, vroeg hij steevast of zij „afgelopen zaterdag dat grondige artikel over de werking van de Europese Unie” (of een ander inhoudsvol betoog) hadden gelezen. „Nee”, luidde in negen van de tien gevallen het antwoord. „En dat artikel over die buitenechtelijke relatie van dat Kamerlid?” Ja, dát hadden zij wel tot zich genomen.
De boodschap is duidelijk. Media neigen deels naar oppervlakkigheid. Maar het is wel: ú vraagt, wij draaien.