De minister gaf de afgelopen week antwoord op kritische vragen van LPF-kamerlid Nawijn over de minaretoproep van de moskee in Zeist. Verdonk wijst in haar reactie op artikel 10 van de Wet openbare manifestaties, waarin zowel klokgelui als „oproepen tot het belijden van godsdienst of overtuiging zonder vergunning zijn toegestaan.” Zij ziet de minaretoproep vooral als „een zaak van onderlinge tolerantie en wederzijds begrip tussen verschillende groepen van burgers.” Er moet volgens haar „de voorkeur worden gegeven aan een bestuurlijke aanpak waarbij de dialoog met en tussen maatschappelijke groeperingen wordt bevorderd.”

De Zeister SGP-voorzitter, P. M. Oskam, is ontevreden over de reactie van Verdonk. „Nietszeggende antwoorden op veelbetekenende vragen.” Met zijn kamervragen bracht Nawijn de Zeister minaretkwestie onder de aandacht van de landelijke overheid. Hij haakte daarmee aan bij de bezwaren van omwonenden en het hierover door Oskam met het moskeebestuur gevoerde gesprek.

Oskam betreurt het dat de minister voorbijgaat aan wat hij noemt de kern van de problematiek. „Tolerantie is een belangrijke deugd, maar biedt geen verweer tegen dictatoriale en intolerante regimes en denkers. Tolerantie is per definitie een relatief begrip. Als we tolerantie gaan zien als een absolute norm, zoals de minister kennelijk wil, leidt dat uiteindelijk tot het tegendeel.”

De SGP’er meent dat „de islamisering van ons land op deze wijze in een rap tempo doorgaat. Er is op dit gebied weinig contrast met de beginselloze prietpraat van het vroegere kabinet. Ik denk dat tolerantie en begrip ontoereikende en ineffectieve antwoorden zijn op een intolerante islam.”

De Zeister moslims roepen sinds enkele weken via een geluidsinstallatie vanaf de minaret van de moskee op tot het vrijdagmiddaggebed.