Officier van justitie T. d’Anjou sprak van een „roversbende die in georganiseerd verband veel leed heeft aangericht.” Hij denkt dat met deze inbraken slechts het topje van de ijsberg van de activiteiten is ontdekt.

De dertien verdachten gingen volgens het OM veelal op dezelfde wijze te werk. Ze braken in aan de achterzijde van een huis, waarna ze sieraden, stereoapparatuur en autosleutels ontvreemden. Daarna namen ze in een aantal gevallen ook de bijbehorende auto mee.

Uit het onderzoek van justitie bleek ook dat er voor ruim 32.000 euro aan gestolen spullen is verpand. Dreggen in de sloot achter het woonhuis van de man die door justitie gezien wordt als de leider van de groep leverde twintig opengebrande kluizen op.

Justitie verwijt de verdachten hun slachtoffers te hebben uitgezocht. Zo zouden ze het voornamelijk gemunt hebben op rijken en bejaarden. Ook zouden de zigeuners een aantal dagen voor de inbraak in de omgeving hebben gepost.

Nadat de officier de eis bekendmaakte, liepen de emoties hoog op. Hoofdverdachte R. K. riep naar de rechter dat de hoogte van de straf schandalig is. „Maak ons dan maar gewoon dood. Wij willen vrij zijn, daarom zijn we ook zigeuner.”