De Schepper heeft het laatste woord
Iedere kerk of organisatie die van mening is dat het geslacht van een persoon biologisch wordt bepaald, loopt de kans op een zwarte lijst te komen. Het Bureau voor de ‘mensenrechten van de Verenigde Naties is druk doende die samen te stellen.
Rond vragen over huwelijk, gezin en seksualiteit is er in de laatste vijftig jaar meer veranderd dan in de tientallen eeuwen daarvoor. Vergelijk maar. Wat een huwelijk is, wist goed vijftig jaar geleden iedereen: een levenslange verbintenis tussen één man en één vrouw. Echtscheiding was voor 1970 iets uitzonderlijks en niet alleen in orthodox-christelijke kring. De emancipatie van homoseksuelen was nog maar nauwelijks begonnen en van transgenders hadden alleen enkele experts weet.
Inmiddels is de (seculiere) definitie van gezin en huwelijk veel breder geworden. Niet alleen voor twee personen van verschillend geslacht maar ook voor een duo van hetzelfde geslacht is het mogelijk om bij de Burgerlijke Stand hun huwelijk te laten sluiten. Echtscheiding is ‘gewoon’ geworden. De formaliteiten zijn tegenwoordig zo geregeld, al blijft iedere betrokkene het een verdrietig gebeuren vinden. En na de emancipatie van homoseksuelen kwam die van transgenders.
Hoewel homoseksuelen nog steeds zeggen zich soms gediscrimineerd te voelen, hebben zij het juridisch gevecht om erkenning en gelijkberechtiging gewonnen. Daarbij zijn gemoedsbezwaarden in het defensief gedrongen en hun moeiten worden – hoe zorgvuldig ze ook zijn geformuleerd – nauwelijks meer serieus genomen.
Duidelijk voorbeeld daarvan is de positie van de gewetensbezwaarde ambtenaar van de burgerlijke stand. Aanvankelijk kreeg hij een uitzonderingspositie. Die veranderde al snel in een gedoogpositie en inmiddels is er voor hem of haar geen ruimte meer. De enige plaats waar men nog hardop mag zeggen het homohuwelijk verkeerd te vinden, is binnen de muren van eigen huis of binnen de kerk. Hoewel, in het laatste geval moeten voorgangers inmiddels wel oppassen wat vanuit de kerk via moderne media breder wordt verspreid.
Voortrekkersrol
Vandaag de dag strijden emancipatiebewegingen vooral voor de erkenning en gelijkberechtiging van transgenders. Seculiere media publiceren met enige regelmaat verhalen over de problemen van deze mensen in de samenleving. In politieke kringen wordt daar ook steeds meer aandacht aan gegeven. Progressieven in Amerika juichten toen president Biden op zijn eerste regeringsdag een decreet tekende waardoor transgenders meer ruimte hebben.
Wie denkt dat deze ontwikkeling zich vooral aan de overzijde van de Atlantische Oceaan voordoet, heeft het mis. Inderdaad, de regelgeving in ons land gaat nog niet zo ver als in Amerika. Maar op andere terreinen heeft Nederland al jaren een voortrekkersrol. Reeds in 1959 vond in ons land de eerste geslachtsveranderende operatie plaats. Eind jaren zeventig kreeg het VU-ziekenhuis in Amsterdam een speciaal genderteam en in 1988 werd aan de VU een hoogleraar transseksuologie benoemd. Deze universiteit was daarmee de eerste ter wereld met dit wetenschappelijk specialisme. Daarmee kreeg Nederland een leidende positie op dit terrein in de wereld. Buitenlandse artsen en psychologen kwamen van de werkwijze kennisnemen en namen de inzichten mee naar huis.
Wie ervoor koos van geslacht te veranderen, hoefde zich ook niet druk te maken over de kosten voor medisch ingrijpen. Zorgverzekeraars vergoeden die al jaren. De juridische regels zijn in de loop der jaren ook aangepast. Wie bijvoorbeeld zijn geslachtsverandering wil doorvoeren in het paspoort, wordt geen strobreed in de weg gelegd. En over een jaar of vier staat het geslacht niet langer in het paspoort. Daarmee wil de regering degenen die twijfelen over hun geslacht tegemoetkomen.
Psychische nood
Over het aantal transgenders in Nederland bestaat geen duidelijkheid. Het hangt sterk af van de definitie die wordt gebruikt. Het onderzoek van het SCP uit 2017 noemt 0,6 procent van de mannen en 0,2 procent van de vrouwen die problemen heeft met het geboortegeslacht. Als het wordt beperkt tot mensen die een medische transitie hebben ondergaan, dan is de inschatting dat het om 7000 à 8000 personen gaat. Opvallend hierbij is de sterke stijging in de aanmeldingen voor een ingreep in de afgelopen vijf jaar: ongeveer vier keer zoveel mensen meldden zich jaarlijks aan bij een gendercentrum als daarvoor.
Steeds meer mensen zeggen dus moeite te hebben met hun geboortegeslacht. Dat zijn niet allemaal mensen die zich thuis voelen bij het drijven van de genderideologen. Er zijn er zeker die in grote psychische nood verkeren door het feit dat ze een mannenlichaam hebben, terwijl ze zich vrouw voelen, en andersom. Het is plicht om deze mensen niet de in kou te laten staan, maar met hen mee te leven en hen te steunen. Barmhartigheid is ook hier een christenplicht.
Lang niet al deze mensen voelen zich thuis bij het fanatieke pleidooi van genderideologen die vinden dat het biologisch geslacht niet bepalend mag zijn. Mensen moeten kunnen kiezen of zij als man of als vrouw willen leven.
Gebrandmerkt
Wie stelt dat het geslacht van een persoon geen keuze kan zijn maar biologisch bepaald is, wordt langzamerhand naar de maatschappelijke marge gedreven. Die al langer bestaande tendens wordt nadrukkelijk zichtbaar in het onderzoek dat het VN-bureau voor de mensenrechten vorige week is gestart. Alle lidstaten is een vragenlijst toegestuurd. Aan de hand daarvan willen de VN inventariseren welke kerken en organisaties bezwaar maken tegen genderemancipatie. Van nationale overheden wordt onder andere verwacht aan te geven of er politieke of religieuze leiders of organisaties zijn van wie de standpunten hebben geleid of kunnen leiden tot uitsluiting en discriminatie van transgenders dan wel tot geweld jegens hen. Doel van het onderzoek is een lijst samen te stellen van deze bezwaarden.
Bij het opstellen van het onderzoek hebben de VN veel gekopieerd van eerdere onderzoeken van het Southern Poverty Law Center, een instituut dat in de VS bekendstaat vanwege zijn linkse agenda. Dat brandmerkt degenen die zich verzetten tegen transgenderemancipatie als haatgroep.
Of datzelfde gaat gebeuren met de inventarisatie die de VN nu maakt, is niet helemaal duidelijk. Maar iedereen beseft dat van een dergelijk overzicht een stigmatiserende werking uitgaat. Bovendien is wel bekend wat de ideeën zijn van Victor Madrigal-Borloz, de leidende VN-expert op het gebied van genderidentiteit en seksuele oriëntatie. Al in 2019 drong hij er bij VN-lidstaten op aan actie te ondernemen tegen kerken en geloofsgemeenschappen die „lhbt-rechten ondermijnen.”
Duidelijk is dat de emancipatiestrijd heviger wordt. Dat vraagt waakzaamheid van kerken en christenen. Tegenover de genderideologie is het hun taak pal te staan voor de Bijbelse waarheid dat niet de mens maar de Schepper van het leven gaat over het geslacht dat een persoon heeft.