Dat schrijven de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en wethouder Touria Meliani (kunst en cultuur) vrijdag in een brief aan de gemeenteraad. Daarmee sluit Amsterdam zich aan bij de uitspraken van de commissie-Kohnstamm, die in december stelde dat het teruggavebeleid van naziroofkunst in Nederland actiever en beter moet.

Die commissie stelde een nieuwe beoordeling voor, waarbij geen afweging meer wordt gemaakt tussen de belangen van het museum waar het werk hangt en degene die er recht op meent te hebben. „Herstel van onrecht” staat voorop. „Het teruggeven van deze kunstwerken kan voor de slachtoffers heel veel betekenen en is van groot belang voor de erkenning van het onrecht dat hen is aangedaan”, staat er in de raadsbrief.

Amsterdam neemt de eventuele consequenties van het omarmen van de uitspraken van de commissie-Kohnstamm voor zijn rekening. Zo bevinden zich in de collectie van de gemeente, die bij verschillende musea is ondergebracht, nog steeds zo’n dertig kunstwerken en objecten die mogelijk behoren tot ‘roofkunst’.

Dat geldt bijvoorbeeld voor het schilderij ‘Bild mit Häusern’ van Wassily Kandinsky uit het Stedelijk Museum Amsterdam. In 2018 oordeelde de Restitutiecommissie na een belangenafweging dat de gemeente het schilderij niet terug hoeft te geven aan de erfgenamen. Die spanden daarop een rechtszaak aan, wat in december 2020 tot de uitspraak leidde dat het advies van de Restitutiecomissie in stand blijft. Het stadsbestuur pleit nu voor een herbeoordeling van dat restitutieverzoek aan de hand van de nieuwe beoordelingscriteria.

Een reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op het rapport van de commissie-Kohnstamm wordt in het voorjaar verwacht.