Volgens hem heeft de moord op Theo van Gogh de gevoelens van angst en haat tussen beide bevolkingsgroepen nog verder versterkt. Cohen noemt de groepen bij naam om eens een keer te generaliseren. „Ik wil maar eens uitspreken hoe iedereen er in de stad over denkt.”

Het is nu tijd om dit met alle Amsterdammers aan te pakken, aldus de burgemeester. „Wat ik nu ga doen en wat ik aan het doen ben, is de boel bij elkaar houden. Daar kan men cynisch over doen, maar dat kan me niet schelen.”

Cohen zal dat doen door „keihard op te treden” als daar reden toe is, maar ook door de dialoog in de stad aan te gaan. In Amsterdam leven meer dan 170 nationaliteiten en 120.000 moslims, vertelde de burgemeester.

Hij zegt dat hij deze groepen niet wil uitsluiten, niet verder in een hoek wil duwen. „Ik pas daarvoor. Ik ben burgemeester van alle Amsterdammers en ik wil weten wat er in de stad gebeurt. Ik zou willen dat meer Amsterdammers dat deden. En als dit niet de weg is dan hoor ik graag van u wat dan wel. Roepen langs de zijlijn is mij te gemakkelijk.”

De burgemeester zei verder dat de driehoek (gemeente, politie en justitie) hard werkt aan het onderzoek naar de moord op Van Gogh. Hij pleitte er in zijn toespraak voor dat alle informatie die relevant is voor de zaak en waarover de hoofdstad beschikte, moet worden gelegd naast de informatie die op landelijk niveau voorhanden was.

De gemeenteraadsleden gaven aan onder de indruk te zijn van de woorden van Cohen. Ze zijn geschokt door de moord en willen de komende tijd de straat op om het debat aan te gaan met de Amsterdammers. Hoewel niet iedereen er nog van overtuigd is dat het gaat om een aanslag van fundamentalistische aard, staat de aanpak van terrorisme in Amsterdam volgens Cohen binnenkort wel op de agenda van de gemeenteraad.