Jongerenmagazine Daniël wil al 75 jaar kompas voor jongere zijn
Een „zuiver kompas” om jongeren de weg te wijzen. Dat moet jongerenblad Daniël worden, schrijft ds. A. Verhagen in het eerste nummer, 21 juni 1946. Veel veranderde in de loop van de jaren, maar dat doel is ook bij het 75-jarig jubileum van Daniël hetzelfde. „We willen zaaien aan alle wateren, in de hoop dat het blad een middel is in Gods hand.”
„Zoo is dan nu de lang gekoesterde wensch verwezenlijkt”, schrijft de eerste hoofdredacteur van Daniël, ds. Verhagen, op de eerste voorpagina. Drie uitroeptekens geven uiting aan zijn blijdschap – en opluchting. Want vanzelfsprekend was de komst van „een eigen blad voor onze jongelingen” niet, schrijft de predikant. Er leefden bezwaren: jeugdwerk in het algemeen was nog niet breed geaccepteerd binnen de Gereformeerde Gemeenten; een eigen jongerenblad evenmin. Maar de bezwaren „mochten worden opgelost”, schrijft de predikant uit Lisse. „En nu… ziedaar!!”
Dienen
Daniël wil jonge mensen dienen, schrijft ds. Verhagen. Als een kompas moet het blad functioneren, dat „onze jonge menschen de goede levensrichting aangeeft, om het pad van ’s Heeren geboden te bewandelen.” Ook de naam van het blad is als zo’n wegwijzer: „De Heere leere ons met elkander onze nietigheid maar veel te verstaan, opdat wij als een rechte Daniël gedurig open vensters naar den Hemel mogen hebben, om van Daniëls God, Die alleen wonderen doen kan, al onze hulp en kracht te verwachten.”
De tijden zijn veranderd en Daniël veranderde mee. Het ”Orgaan van het landelijk verband van Jongelings Vereenigingen der Gereformeerde Gemeenten in Nederland” is een ”Magazine van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten” (JBGG) geworden. Schreef ds. Verhagen de voorpagina in 1946 vol met zwarte letters, 75 jaar later prijken portretten van jongeren op de gekleurde cover. Sociale media deden hun intrede, papieren abonnementen zijn niet langer vanzelfsprekend. Was ds. Verhagen hoofd- en eindredacteur ineen, inmiddels zijn de functies gescheiden. Martine van Hartingsveldt is in dienst bij JBGG als eindredacteur, ds. A. A. Brugge uit Doetinchem verzorgt de hoofdredactie.
Maar wat er ook veranderd is, door de achterliggende 75 jaren loopt een rode draad, zeggen beide redacteuren. Van Hartingsveldt: „Bijvoorbeeld de vragenrubriek is er vanaf het begin geweest. En het doel dat ds. Verhagen beschreef, hebben we nog steeds: er echt voor jongeren zijn. Verbinden.”
Ds. Brugge: „Dat is een kernwoord. Om jongeren in een veranderende cultuur te verbinden aan het Woord, aan hun kerk en aan de plaatselijke gemeente.”
De doelgroep van Daniël omvat zowel een 8-jarig meisje als een 22-jarige student aan de universiteit. Hoe bedient u hen beiden?
Van Hartingsveldt: „De redactie probeert zo veel mogelijk alle doelgroepen te bereiken; de jongsten bijvoorbeeld met de kinderpagina. Verder zoeken we afwisseling: de ene keer een nummer dat zich bewust op doeners richt, de andere keer een wat meer wetenschappelijk thema. Hopelijk is er voor elke groep regelmatig iets bij.”
Ds. Brugge: „Het is een uitdaging om in de toonzetting van artikelen doeners niet te vergeten. Mijn ervaring is: het is makkelijk om moeilijk te zijn, maar het is zo moeilijk om makkelijk te zijn. Doeners horen, net als de meer theoretisch gerichte jongeren, helemaal bij de kerkelijke gemeente. We kiezen daarom niet voor één bepaalde groep, maar proberen iedereen mee te nemen in een artikel.”
Van Hartingsveldt: „Af en toe brengen we een themanummer over een persoon uit de kerkgeschiedenis. Onlangs over de hugenote Jeanne d’Albret. Zij staat op het eerste gezicht heel ver bij jongeren vandaan. Maar als je de briefwisseling leest die ze met Johannes Calvijn had, komt ze al veel dichterbij. We hopen dat een mooi opgemaakt citaat van Calvijn de aandacht trekt van een jongere, zodat hij blijft haken en verder wil lezen.”
Ds. Brugge: „Er is zo veel oud goud uit het verleden; een schat uit het voorgeslacht, zo gunnend. Waarom zouden we dat in de kluizen opbergen? Dat goud willen we met Daniël tonen.”
Naar welke thema’s zoekt een jongere in Daniël?
Van Hartingsveldt: „Vanaf het begin al lees je in de vragenrubriek: Hoe leer ik persoonlijk de Heere Jezus kennen? Ook de verhouding tussen de eigen verantwoordelijkheid en de verkiezing is een terugkerend thema.”
Ds. Brugge: „Hoe kan ik weten dat God tot míj gesproken heeft? Vragen van het hart.”
Van Hartingsveldt: „We krijgen reacties als iemand in een interview persoonlijk wordt en vertelt hoe de Heere in zijn of haar leven heeft gewerkt. We horen dat jongeren daardoor zijn bemoedigd, omdat ze zagen dat de Heere werkt.
We polsen regelmatig welke vragen er leven rond een thema waarover we schrijven, bijvoorbeeld via sociale media. Die proberen we te laten terugkomen. Aan de andere kant zijn er soms ook dingen die een jongere niet per se graag wil horen, maar die we wel willen meegeven. Die moet je ook benoemen.”
Ds. Brugge: „Het is goed om te weten welke behoeften jongeren hebben, zonder ons vervolgens als een kameleon alleen nog maar te richten op hun vragen. We weten waarvoor we staan: we zijn een kerkelijk jongerenblad, we willen Schriftuurlijk zijn, in de lijn van de Reformatie, in de lijn zoals onze gemeenten altijd geweest zijn.”
Daniël wordt wellicht niet in elke gemeente aanbevolen. Hoe opereert de redactie binnen de breedte van uw kerkverband?
Ds. Brugge: „We hebben de roeping om een jongerenblad te zijn, en weten tegelijk dat ook kerkenraden meelezen. Dat geeft soms een spanningsveld. We willen de breedte van de gemeenten bedienen. Verbinden betekent: polarisatie voorkomen. Tegelijk stoppen we niet alle vragen van jongeren in de doofpot. Dan word je grijs, kleurloos.
Wanneer je als redactie moet gaan bewijzen dat je degelijk bent, heb je bij voorbaat al verloren. Dan weet je nooit of je wel genoeg hebt. Maar Daniël heeft bewezen al 75 jaar in het midden van de gemeenten te kunnen staan; door goed gerucht en door kwaad gerucht. Als er kritiek is, proberen we eerlijk in de spiegel kijken. Soms trek je de conclusie: Dat hadden we anders moeten doen.”
Van Hartingsveldt: „Als je lang aan een nummer gewerkt hebt, kan kritiek best pijn doen. Maar kritiek zorgt altijd voor een denkproces en houdt een spiegel voor: Geven we nog wel het Woord van de Heere door? Draait het echt daarom? Als het antwoord ja is, kun je soms oneigenlijke kritiek naast je neerleggen en vol moed verdergaan.”
Columnist Peter van Olst schreef: „Je kunt je bij dit Daniëljubileum afvragen of ons jongerenblad ook de honderd zal halen.” Hoe staat het met de toekomst van Daniël?
Van Hartingsveldt: „Lang was er sprake van een dalende lijn abonnees. Het is de vraag geweest of Daniël op papier nog lang zou bestaan. Maar de laatste tijd zien we weer een licht stijgende lijn. Ik denk dat er altijd mensen zullen zijn die graag papier in handen hebben, juist ook om op zondag iets te lezen.”
Ds. Brugge: „Ook jongeren, daar wil ik een uitroepteken bij zetten. Tegelijk proberen we hen online te bereiken, via danielonline.nu. Daar ben ik blij mee, want anders zouden we een aantal jongeren al niet meer kunnen bereiken.”
Van Hartingsveldt: „We hopen dat beide kanalen elkaar versterken. Zij hebben een afzonderlijke redactie, maar we overleggen veel. We zorgen dat het magazine en de site niet exact dezelfde dingen bieden, maar dat ze wel naar elkaar verwijzen.
Er ligt ook een taak voor ouders. Soms krijg ik een berichtje: „Mijn kind leest eigenlijk niet meer, maar zondag had ik de Daniël opengelegd bij een aansprekend artikel, en toen ging hij toch lezen.” Ik hoop dat de Heilige Geest zulke eenvoudige dingen wil zegenen, zodat het in het leven van jongeren iets in beweging zet.”
Ds. Brugge: „Via welk kanaal we ze bereiken maakt niet zo veel uit, maar ons gebed is dat de boodschap van de rijke bronnen die we hebben harten van jongeren raakt. Wat dat betreft is de opdracht: Zaai aan alle wateren. Wat zou het mooi zijn als door Daniël een jongere leert om biddend door het leven te gaan.”