Arabische wereld vreest harder optreden Bush
In de Arabische wereld is merendeels negatief gereageerd op de overwinning van George Bush bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van dinsdag. Grote uitzondering is Koeweit, waar de vader van de president wordt vereerd als bevrijder van het land en zijn zoon als de verdrijver van kwelgeest Saddam Hussein.
Een meerderheid van de Arabieren verwacht weinig goeds van de tweede ambtstermijn van Bush junior. Hij wordt gezien als een sterke bondgenoot van Israël en heeft met zijn interventionistische politiek in Irak kwaad bloed gezet bij veel Arabieren.
Gevreesd wordt dat het Israëlisch-Palestijnse conflict gezien Bush’ passieve houding niet dichter bij een oplossing zal worden gebracht, hoewel hij als eerste Amerikaanse president opriep tot de vorming van een onafhankelijke Palestijnse staat. Toch feliciteerde de Palestijnse leider Yasser Arafat Bush gisteren met zijn overwinning en sprak hij zijn steun uit voor de routekaart naar vrede, het mede door de VS opgestelde vredesplan voor het Midden-Oosten.
Maar de bezwaren tegen Bush overheersen in de regio. Ook wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van nieuw gewapend ingrijpen, met als belangrijkste mogelijke doelwitten Syrië en Iran, twee landen die volgens de Amerikaanse regering het terrorisme steunen. Iran is volgens de Verenigde Staten bovendien bezig met de ontwikkeling van atoomwapens. Slechts weinigen geloven dat Bush’ activisme in het Midden-Oosten zal leiden tot de vestiging van echt democratische regimes of meer burgerlijke vrijheden.
In het dichtstbevolkte Arabische land, Egypte, overheerst op straat de scepsis. „Kerry was een nieuw gezicht geweest. Bush is slecht. We willen iemand die minder slecht is dan hij”, zegt Hana Sobieh, een 16-jarige informaticastudente aan de prestigieuze American University in Caïro. Haar mening wordt gedeeld door anderen. „Bush zal in zijn tweede termijn machtiger zijn dan de afgelopen vier jaar en in het Midden-Oosten veel harder optreden”, verwacht Ahmed Khattab, een 20-jarige biologiestudent.
Heel anders waren de geluiden in Koeweit, waar mensen met foto’s van Bush op straat paradeerden en zijn vrijwel zeker lijkende zege gevierd werd als had het nationale voetbalelftal van een buitenlandse aartsrivaal gewonnen. Volgens Abdullah al-Shayeji, als docent verbonden aan de universiteit van Koeweit, was Kerry geen „overtuigend alternatief voor Bush en zijn oorlog tegen het terrorisme.” De meeste Koeweiti’s steunen volgens advocaat en mensenrechtenactivist Salah al-Hashem Bush „niet alleen om emotionele redenen, maar ook omdat zijn beleid bekend is en in het belang van het Koeweitse volk. Van Kerry weten we niet wat hij zou hebben gedaan.”
In Irak, het Arabische land dat direct te maken heeft gekregen met de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme, is lijdzaam gereageerd op de verkiezingswinst van Bush. De geweldsspiraal waarin het land is terechtgekomen, werd daags na verkiezingen gewoon voortgezet. Een hoge ambtenaar van ministerie van Olie werd vermoord, in de buurt van het vliegveld van Bagdad werd een zelfmoordaanslag gepleegd en vier Jordaniërs en een Libanese Amerikaan werden ontvoerd.
„De afgelopen veertien jaar zijn er drie Amerikaanse presidenten aan de macht geweest, maar geen van hen had een positieve houding tegenover Irak. Bush of Kerry, hier maakt het geen verschil”, aldus Kareem Amin, een werkloze ambtenaar. Hoewel een deel van de Iraakse bevolking de VS nog steeds dankbaar is dat Saddam Hussein is verdreven, overheerst op straat langzamerhand de weerstand tegen de aanwezigheid van het Amerikaanse leger in het land.