Caesar is niet boven alle wetten verheven
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, liet zich vorige week ontvallen „dat we niet kunnen spreken met mensen die weigeren zwart op wit te stellen dat de wet van de Republiek superieur is aan de wet van God.” Hij doelde op evangelicale christenen in Frankrijk, die hij daarom als „een belangrijk probleem” bestempelde.
Het punt dat de minister wilde maken was dat een nieuwe wet „ter verdediging van de Republikeinse waarden” niet alleen de radicale islam op het oog had. Het was de zoveelste keer dat Franse overheidsvertegenwoordigers evangelicale christenen voor dat doel gebruikten. De irritatie daarover onder deze protestanten is alleszins terecht. Ze vormen namelijk geen enkele bedreiging voor de Franse samenleving en dat kan ook de regering weten; ze behoort dat zeker te weten.
De opmerking van Darmanin over de wet van de Republiek en de wet van God, moet wellicht ook gezien worden in het licht van deze strijd tegen bepaalde uitingen van de islam. Met de sharia in het achterhoofd, krijgen ook christenen ervan langs die het Woord van God hoger achten dan wat dan ook. Het zal de minister echter niet meevallen voorbeelden te vinden van Franse christenen die met de Bijbel in de hand de wetten van het land met voeten traden.
Tegelijk plaatst Darmanin christenen –en ook aanhangers van andere godsdiensten– voor een onmogelijke keuze. Het idee van een goddelijke wet is nu juist dat die het menselijke overstijgt, en dus ook de makers van wetten insluit. Beide wetten kunnen zich dus onmogelijk met elkaar meten. Ze zijn bovendien niet gelijksoortig. Goddelijke wetten hebben alles met gewetensvorming te maken: de Bijbel spreekt van Gods wet „die in het hart wordt geschreven.”
Feitelijk vraagt de minister van christenen (en joden en moslims) hun geweten ondergeschikt te maken aan (veranderlijke) wetten van de staat. Dat zullen ze nooit kunnen doen. Geen mens zou dat trouwens moeten willen doen, tenzij een dictatoriale staat hem aanlokkelijk lijkt.
De vooraanstaande rooms-katholieke Franse filosoof Rémi Brague legde in reactie op de uitspraken van Darmanin in Le Figaro nog eens uit dat christenen zich altijd aan de wetten van de staat zullen houden, voor zover die de publieke orde, de onderlinge vrede en het recht dienen. Ofwel: de regering heeft zijn eigen mandaat en komt op dat terrein gezag toe. Maar tegelijk is ook Caesar onderworpen aan „een morele wet” die alle wetgeving overstijgt, aldus Brague. Niemand is geroepen die wet in navolging van de keizer te overtreden, zelfs integendeel. Het zou alle verzet, zoals ten tijde van het naziregime, onmogelijk maken.
De uitspraken van Darmanin tekenen intussen de onkunde over religie, die ook buiten Frankrijk alleen maar toeneemt. Het heeft weinig zin in reactie daarop een slachtofferrol aan te nemen. Beter is te blijven uitleggen wat christenen geloven en waarom.