Column (Huib de Vries): Bevrijd van de boekenlast
Volgens mij ben ik geen bibliofiel, maar mijn vrouw ziet dat anders. Een gevulde boekenkast in de woonkamer, een paar wanden met boeken in mijn werkkamer en een boekenkast op de speelkamer voor de kleinkinderen is wat haar betreft de limiet.
Daarom sta ik na de komst van nieuw werk dubbend voor onze bibliotheek. Wat moet wijken?
Aanvankelijk had ik moeite met deze regeling, inmiddels zie ik ook de voordelen. Zeker als de voorraad van stof moet worden ontdaan. Dankzij de overeenkomst blijft het karwei te overzien. Bovendien moet ik mezelf geregeld de vraag stellen: is het nieuwe kwalitatief hoogwaardiger dan wat er al staat? Meestal is de oude wijn beter. Het laat zien hoeveel derderangs lectuur er op de markt komt. Er verschijnen ook boeken die het lezen waard zijn, maar waarvan ik weet dat ik ze niet nog eens zal pakken. Die verhuizen van onze salontafel rechtstreeks naar andermans boekenkast.
Intussen gaan we naar de leeftijd dat we ballonnetjes oplaten over kleiner wonen. Met het oog daarop kijk ik extra kritisch als ik weer een doos met boeken voor derden inpak. Het geeft me geen paniekgevoel meer sinds ik nuchter heb vastgesteld welke boeken ik de laatste twintig jaar niet meer inzag. De kans dat dit de komende twintig jaar wel gebeurt –als we die tijd van leven al krijgen– lijkt me gering.
Het mooie van indikken is dat je overhoudt wat blijvende betekenis heeft, zoals Calvijns Institutie en meditaties van Luther over het gebed. En het voorkomt dat de verbondenheid aan de huisbibliotheek idolate trekken krijgt. Niet alleen sport verwordt gemakkelijk tot een afgod, hetzelfde geldt voor boeken. Theologische in het bijzonder. Veelzeggend zijn de verhalen over predikanten die zich op hun sterfbed meer zorgen maakten over de toekomst van hun vereerde folianten dan over die van hun onbekeerde kinderen.
Kijkend naar onze boekerij dwalen mijn gedachten meer dan eens naar de beroemde ontdekkingsreiziger, arts en zendeling David Livingstone. Ook hij zat vaster zat aan zijn papieren bezit dan hij wilde toegeven. Totdat zijn kostbare bibliotheek in Zuid-Afrika door een brand in vlammen opging. „Hoe voelt u zich, mister Livingstone?”, informeerde een meelevende brandweerman. Tot zijn verbazing antwoordde Livingstone: „Bevrijd! Nu weerhoudt niets mij om weer te gaan reizen.” Dat lijkt me voor liefhebbers van boeken, mezelf incluis, een woord om te onthouden. Zeker in het licht van de laatste reis.