Toegespitst: Rouwen mag weer
Over rouw werd lang niet gesproken. Iemand rouwde kort en daarna niet meer, of alleen. Sinds kort is het echter geen taboe meer. Praten over rouwen mag; rouwen ook. Wat veroorzaakt deze omslag? En wat betekent deze verandering voor een samenleving die gebukt gaat onder een pandemie?
Het taboe op rouw is in de achterliggende jaren vooral doorbroken door jongvolwassenen. Een van hen is Gijs van der Sanden, een talentvolle journalist die in verschillende dagbladen over zijn generatie, identiteit en reizen publiceert. Opgegroeid in een harmonieus gezin, kwam hij met zijn verhuizing van Brabant naar Amsterdam uit de kast. In deze periode stierf onverwachts zijn vader aan een hartstilstand. Enkele jaren later trof hij zijn moeder ’s avonds in bed aan, ook plotsklaps overleden aan een hartstilstand. Op 23-jarige leeftijd was hij wees.
In zijn boek ”De dingen die je vergeet. Rouwen voor beginners” (Ambo|Anthos, Amsterdam, 2021) doet Van der Sanden in de ik-vorm verslag over zijn rouw in de jaren daarna. Kwetsbaar en niets verhullend verslaat hij zijn zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe hij zijn rouw kan dragen.
Waar zijn zoektocht eindigt, beschrijft hij niet; het is er niet. Dit open einde illustreert de veranderde visie op rouw. Wie rouwt, zoekt levenslang.
Maakbaarheidsgeloof
Met andere generatiegenoten zet Van der Sanden een nieuwe trend om met rouwen om te gaan. In literatuur, documentaires en muziek is deze trend al een tijd zichtbaar. Die zet sinds kort ook door in de hulpverlening. Decennialang werkten hulpverleners vanuit de visie van Elisabeth Kübler-Ross, die rouw in vijf stadia indeelt: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. Welk artikel over rouw iemand ook raadpleegt –van Wikipedia tot en met een doorsnee pastoraal handboek– nagenoeg alle auteurs citeren deze indeling.
Kübler-Ross ontwikkelde die voor ongeneselijk zieken die weten dat zij binnenkort overlijden. Ze benadrukt dat niet iedereen deze stadia doormaakt of in de beschreven volgorde doorloopt.
Het feit dat deze indeling zo’n brede ingang heeft gekregen, is een gevolg van het maakbaarheidsgeloof, dat tot voor kort alles domineerde. Volgens dit geloof bestaat voor elk probleem een oplossing. Rouw is een probleem, dus oplosbaar. De boodschap van dit geloof is: Heb geduld, het komt goed!
De optimistische belofte van het maakbaarheidsgeloof loopt vroeg of laat stuk op de harde werkelijkheid van het leven. Die belofte schept irrealistische verwachtingen en veroorzaakt een ontgoocheling; die kan leiden tot een verslavingsproblematiek of andere forse problemen. Iemand die blijft rouwen, volgt een verkeerde behandeling of doet zelf iets verkeerds. Rouwen moet een keer voorbij zijn. Is iemand niet bij machte om rouw achter zich te laten, dan stuit hij op onbegrip of zelfs ontkenning.
Vandaag kantelt dit beeld. Volgens nieuwere inzichten is rouw een persoonlijk proces van aanpassing, een zoektocht naar een nieuwe balans die bij iedereen anders verloopt. Bovendien heeft rouw geen duidelijk eindpunt. Wie rouwt, rouwt levenslang. Daarnaast focust deze benadering op positieve energie die verlies in iemand wakker kan roepen. Wordt iemand zich daarvan bewust, dan bewerkt een ingrijpende tegenslag positieve veranderingen, zogenaamde ”post-traumatic growth” (posttraumatische groei). Wie rouwt, moet iemand vinden die hem helpt in zijn zoektocht naar positieve energie. Een rouwende zoekt.
Religie
Van der Sanden is seculier. Een van zijn weinige ervaringen met de kerk is de nachtmis met Kerst –een jaarlijks terugkerend verplicht nummer in zijn jeugd– en de pastor die tijdens de uitvaart van zijn vader de geschiedenis van de Emmaüsgangers leest. „Een mooi verhaal over twee mannen die na de kruisiging van Jezus bedroefd naar het dorp Emmaüs wandelen. Hun geloof is aan het wankelen gebracht. Als een derde man zich bij het gezelschap voegt, hebben ze lange tijd niet door dat het Jezus zelf is”, zo typeert hij deze geschiedenis.
Volgens de pastor hoef je Bijbelverhalen niet letterlijk te nemen. Dat van de Emmaüsgangers gaat over het aanvaarden van verdriet. „Over hoe tegenslag je geloof aan het wankelen brengt en dat je vertrouwen moet blijven hebben – soms tegen de klippen op.” Deze horizontale boodschap, waarin de opstanding is ingeruild voor een psychologiserend verhaal, klinkt ook van tal van protestantse kansels.
Hoewel Van der Sanden seculier is, stelt hij tal van religieuze vragen. Op het eerste gezicht verrast dit, omdat hij naar eigen zeggen niets met religie heeft en de consequentie daarvan aanvaardt. „Bij God kon ik niet aankloppen, omdat ik niet in hem geloofde.” Met hulp van vrienden, verhalen van lotgenoten en een psycholoog draagt hij zoekend zijn rouw.
Niets
Zoekend observeert Van der Sanden mensen, bijvoorbeeld de pastor van zijn ouders. Die benijdt hij om zijn geloof in een orde waarin alles precies gebeurt zoals het moet gebeuren. Wat voor de pastor God is, was voor hem het universum. Dat geloof stelde hem een tijdlang in staat om alles te herleiden tot een verklaarbaar principe.
Maar de idee van een universum of een God die het beste met je voorheeft, wordt ineens een stuk problematischer, naarmate de tegenslagen in je leven groter worden, merkt hij treffend op. In zo’n God gelooft hij niet, ook niet in een sturend universum. Wat hem nu rest, is niets. De dood van zijn ouders is voor hem een persoonlijke ramp, maar op kosmisch niveau is hun sterven betekenisloos, zo constateert hij bijna klinisch. „Mijn vader was gewoon een van de miljarden mensen die even op de aarde hebben rondgelopen. En nu zit zijn tijd erop.”
Troost bij God
In de achterliggende maanden zijn tienduizenden Nederlanders gestorven. In hun zoektocht staan seculiere jongvolwassenen die rouw dragen open voor een persoonlijk, authentiek verhaal. Van der Sandens verhaal sluit naadloos aan bij deze context. Hij vertelt het midden in een pandemie die veel christenen en seculieren voor de rest van hun leven doet rouwen.
Wat gebeurt er wanneer die elkaar ontmoeten, hun rouw met elkaar delen en een van beiden schuchter getuigt dat hij gelooft in een God en Vader die hij niet begrijpt, maar wel vertrouwt? Dan doorbreekt het Leven de macht van de dood en vindt iemand troost bij God.