De enige Losprijs
Mattheüs 20:28
„Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.”
Al gaf u alles, het zal niet helpen. Uw droefheid en verbeteringen zullen de som niet volmaken, ja zelfs niet een begin van de betaling kunnen zijn. „Al waste gij u met salpeter, en gebruikte veel zeep, zo is toch uw ongerechtigheid voor Mijn aangezicht getekend”, zegt de Heere. Daar blijft nog steeds verdoemenis voor u. Al kwam de gehele wereld ook samen over deze zaak, om een losprijs voor een mens uit te vinden. Al doorzocht men al de schatten van de vorsten, de mijnen en binnenste ingewanden van de aarde, en de koffers van de rijke lieden. Ja, laat de aarde, de zee, de hemelen, de zon en maan ten hoogste gewaardeerd worden. Voeg daarbij alle verdiensten van de engelen boven, en van de mensen beneden al hun goede daden en hun lijden; toch zou de som ervan niet de minste penning van al deze schuld betalen. De aarde zou zeggen: „Het is bij mij niet.” De hemel moest ook zo antwoorden. De engelen en mensen mochten zeggen: „Wij hebben ervan gehoord, maar het is verborgen voor alle levenden.” Waar is dan deze verlossing van de vloek? Waar zal er een rantsoen gevonden worden? Gewis, God heeft die uitgevonden! Die is bij Hem; Hij heeft Zijn Zoon tot een rantsoen voor velen gezonden, en Zijn bloed is kostelijker dan de zielen, meer dan goud en zilver!
Hugo Binning predikant te Govan
(”Des zondaars heiligdom”, 1741)