DNB begon vorig jaar een onderzoek naar het integriteitsbeleid van een aantal trustkantoren om een beter beeld te krijgen van de garanties die zij hanteren voor een „integere en beheerste bedrijfsuitoefening”. Dat onderzoek bestond uit het toetsen van stukken die door de 21 kantoren zelf werden aangeleverd. Of het eigen beleid daadwerkelijk werd nageleefd, werd niet onderzocht.

In de eerste toets lichtte DNB onder andere de organisatie door, waarbij ook gekeken werd naar het klantenbestand, producten en type dienstverlening. Met name bij risicovolle klanten ontbrak het nog wel eens aan informatie. Ook zouden veel kantoren te veel risico’s nemen.

Bij negen van de onderzochte kantoren zijn op meerdere onderdelen tekortkomingen geconstateerd, waarbij in sommige gevallen de integriteit ernstig werd geschaad. Ook kon bij een aantal kantoren het toezicht en de controle beter, om bijvoorbeeld witwastransacties beter uit te sluiten. DNB spreekt hier van „ruimte voor verbetering”. Namen van kantoren noemt DNB niet.