Crisisteam CGK gaat kerken helpen
De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) krijgen een commissie van vijf mensen die in tijden van maatschappelijke crisis –zoals de coronapandemie– de regie voert en plaatselijke kerken van adviezen voorziet.
De generale synode vergaderde donderdag digitaal: het moderamen (bestuur) in de Oenenburgkerk in Nunspeet, de synodeleden thuis. Op de agenda stond onder meer de vraag wie er binnen de kerken de regie moet voeren in tijden van crisis. „Zoals de coronacrisis.”
De CGK hebben nu een tijdelijke coronagroep die, in de woorden van tweede scriba ds. S. P. Roosendaal (Lelystad), „zeer goed werk doet, maar ad hoc is samengesteld.” Het moderamen wil een wat „bredere” commissie van vijf mensen benoemen. Die moet in een crisis de regie voeren in de communicatie met de kerken en die van praktische adviezen voorzien.
Adviezen
Ds. D. J. T. Hoogenboom (Utrecht-West) gaf tijdens de bespreking van het voorstel aan dat er méér nodig is dan het geven van praktische adviezen. Er is ook theologische leiding nodig: het „wijzen van wegen” in plaats van enkel „regie voeren.”
Ds. A. Versluis vroeg naar de werkwijze van de huidige coronagroep. Geeft het dienstenbureau van de Christelijke Gereformeerde Kerken alleen de adviezen van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), waarin de CGK participeren, door? Gaat het hier om de mening van de gehele Christelijke Gereformeerde Kerken? De predikant uit Ede wees op het belang van het „geestelijk proces” en de afwegingen die kerkenraden zelf moeten maken.
Ds. J. Nutma (Gorinchem), lid van de coronagroep, zei in een reactie dat de plaatselijke kerken zelfstandig zijn en een eigen verantwoordelijkheid hebben om een afgewogen standpunt in te nemen. „En soms vragen we onze hoogleraren om opiniërende stukken te schrijven, bijvoorbeeld over de manier waarop je in coronatijd de sacramenten –doop en heilig avondmaal– praktisch vorm kunt geven.”
Onmogelijk
Adviseur prof. dr. H. J. Selderhuis ziet weinig in het voorstel om het deputaatschap kerkorde en kerkrecht opdracht te geven onderzoek te doen naar de „kerkordelijke verankering van leiderschap in een zich voordoende crisis.” Hij noemde dit een „onmogelijke opdracht” en „niet werkbaar.”
De hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn adviseerde „niet te specifiek te omschrijven wanneer er sprake is van een crisis.” Het deputaatschap zou vooral advies moeten geven over de „verantwoordelijkheden en bevoegdheden” in tijden van crises. De synode nam dat over.
Synodepreses ds. J. G. Schenau verwees bij de opening van de synodedag ook naar de coronapandemie. „We zijn bezig met allerlei dingen die op zich goed zijn, met de dienst van de verzoening. Maar het lijkt steeds moeilijker te worden om zicht te houden op de Vader en de Zoon, door de Heilige Geest. Lege kerkpleinen moeten ons doen beseffen dat we leeggemaakt moeten worden. De vraag is: Waar is het hart vol van?”
Zendingsgemeente
De generale synode sprak ook over de afdrachten van zendingsgemeenten aan de landelijke kerk. Deze gemeenten zijn veelal minder financieel draagkrachtig. De synode vindt een jaarlijks groeiende minimumbijdrage per gemeentelid de beste manier om pioniersplekken financieel te stimuleren zendingsgemeenten te worden.
De landelijke kerkvergadering besloot de minimumbijdrage die een nieuwe of bestaande zendingsgemeente per lid aan het landelijk kerkverband moet betalen in een periode van zeven jaar stapsgewijs te laten toenemen van 15 procent tot 100 procent.