„Nederland iets religieuzer door corona”
Zeven procent van de Nederlanders zegt dat door de coronacrisis „religie een grotere rol in hun leven heeft gekregen.” En zeventien procent vindt dat Nederland als land religieuzer is geworden. Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek van het Amerikaanse Pew Research Center.
Met deze score zit Nederland onder het gemiddelde. In de onderzochte landen –alle westers– ligt dat op 10 procent. Een grote uitschieter vormen de VS. Maar liefst 28 procent van de ondervraagde Amerikanen zegt dat zijn persoonlijk geloof is gegroeid door de coronapandemie. Op de tweede en derde plek staan Spanje (16 procent) en Italië (15 procent). Hekkensluiters zijn Zweden (3 procent) en Denemarken (2 procent).
Deze cijfers hebben niet specifiek betrekking op christenen; onder de respondenten bevinden zich aanhangers van verschillende godsdiensten. Ook is de term ”versterking van het eigen geloof” in het onderzoek algemeen geformuleerd. Het gaat hier om de eigen inschatting van de respondenten, laat de leider van het onderzoek dr. Neha Sahgal desgevraagd weten. Er is niet onderzocht of iemand bijvoorbeeld meer is gaan bidden of vaker in de Bijbel gaan lezen.
Daarbij zijn de onderzoeksgegevens gedateerd. Hoewel de resultaten woensdag vrijkwamen, was het onderzoek vorig jaar zomer al uitgevoerd. Over de vraag of de toename van de sterftecijfers wereldwijd de geconstateerde trends heeft versterkt, wil Sahqal „niet speculeren.”
Het is de vraag waarom in de VS een hoog percentage aangeeft dat zijn persoonlijk geloof gegroeid is door de pandemie. Volgens de onderzoekers is een van de oorzaken dat Amerikanen religieuzer zijn dan Europeanen. In de VS zegt een veel groter deel van de bevolking dat geloof een belangrijke plaats in het leven inneemt dan in Nederland (49 versus 17 procent). Wie geloviger is, ervaart sneller dat de coronacrisis het geloof versterkt dan iemand voor wie religie minder of weinig betekenis heeft. De grote procentuele verschillen verklaren de onderzoekers dus door de diverse maten van religiositeit in de desbetreffende landen.
De coronacrisis heeft ook een tegengesteld effect. Bij 4 procent van de Nederlanders is het persoonlijk geloof verzwakt, constateert het onderzoeksinstituut. In andere landen gelden vergelijkbare percentages. Uiteindelijk ziet in de meeste westerse landen het gros van de ”gelovigen” weinig verandering in zijn geloof door de coronapandemie.
Het belang van familie is door de coronacrisis wel fors toegenomen. In Italië, het Verenigd Koninkrijk en de VS –landen die hard getroffen zijn door corona – voelde meer dan 40 procent van de inwoners zich meer met de familie verbonden. In Nederland ligt dat percentage onder het gemiddelde, met 24 procent. Het instituut noemt familiesupport een manier –naast religie– om met stress om te gaan. Bij 9 procent van de geënquêteerde Nederlanders is de band met de familie overigens juist verslapt.
Nederland religieuzer
Een opvallende conclusie van het onderzoek is dat Nederland religieuzer geworden is volgens 17 procent van de ondervraagden; terwijl dus maar 7 procent aangeeft zelf religieuzer te zijn geworden. Met dit cijfer staat Nederland met een vierde plek hoog op de ranglijst, achter de VS (28 procent), Italië (19 procent) en Spanje (17 procent). Bij de vraag of een respondent denkt dat het land waarin hij woont, religieuzer geworden is, moet hij eigenlijk „speculeren”, aldus onderzoeksleider Sahgal. „Ze kunnen veel dingen in gedachten hebben als ze antwoorden. Maar het is niet ongewoon voor mensen om te denken dat anderen geloviger zijn dan zijzelf. Dat zie je dus ook in Nederland, waar 7 procent zegt dat het eigen geloof is gegroeid, terwijl 17 procent zegt dat dat geldt voor het geloof van zijn landgenoten. Hetzelfde patroon is ook in Zweden zichtbaar.” Daartegenover staat dat Nederland volgens 8 procent van de respondenten juist minder religieus is geworden.