Kerk & religie

Reza kan niet meer slapen

Reza zat vlak bij de uitgang, toen een man achter in de kerk met granaten begon te gooien. Hij kon goed zien wat er gebeurde. Nu wordt hij vaak geplaagd door nachtmerries. „Ik zie het tafereel zo weer voor me.”

Kerkredactie
29 March 2002 08:58Gewijzigd op 13 November 2020 23:29

Ruiten zijn gesneuveld, en het interieur van de kerk is nog niet helemaal schoongemaakt. Afgelopen zondag bezochten zo’n tachtig mensen een herdenkingsdienst in de St.-Thomaskerk, enkele mijlen vanaf de plaats des onheils: op 17 maart kwamen in de Protestantse Internationale Kerk van Islamabad vijf mensen om het leven, onder wie de vrouw en de 17-jarige dochter van de Amerikaanse diplomaat Green, die zelf in kritieke toestand in het ziekenhuis ligt. De kerk ligt in de zwaarbewaakte diplomatenwijk van de stad. Tijdens de aanval zaten er zo’n zeventig mensen. Veertig kerkgangers raakten gewond. De aanvaller is mogelijk zelf ook omgekomen.

Reza was er getuige van. Zijn volledige naam wil hij niet geven. Want telkens wordt hij door de Pakistaanse politie achternagezeten omdat hij geen geldig paspoort heeft. Reza dacht in Pakistan veilig te zijn voor de armen van de Iraanse veiligheidsdienst. Maar die bewuste zondag ondervond hij aan den lijve het verschrikkelijke tegendeel. „Zo rond elf uur in de morgen kwam een in het zwart geklede man de kerk binnen. Hij had vijf of zes granaten in z’n hand. Eerst gooide hij er één, daarna twee, drie vier”, aldus Reza.

„Mijn vriend, die naast me zat, schreeuwde: Weg wezen! Weg wezen!”. Na vijf minuten keerde ik naar de kerk terug, en zag armen en benen liggen en een hoofd zonder lichaam.”

Getraumatiseerd verliet Reza het kerkgebouw. „Ik kan zo veel bloed niet aanzien”, zegt hij nu kalm. Hij durfde zijn verhaal niet bij de Pakistaanse politie te doen, maar bezocht de Amerikaanse ambassade. „Ik hoop”, zegt Reza, „dat de Amerikanen de verantwoordelijken voor deze aanval kunnen pakken.”

Acht jaar geleden was Reza nog moslim, maar hij werd lid van een christelijke kerk in zijn vaderland Iran. Vervolgens keerde zijn familie zich tegen hem, en zijn vrouw wilde hem verlaten. Hoewel ze officieel nog getrouwd zijn, verblijft zijn islamitische vrouw met drie kinderen in Iran. Eén zoon is ook christen en woont in Zweden. „Ik hou van mijn vrouw en kinderen en wil niet scheiden”, zegt Reza. „Ik had een baan als monteur, maar nadat ik christen werd, kreeg ik m’n ontslag aangezegd.” Hij zag geen andere mogelijkheden dan Iran te ontvluchten.

In Noorwegen kerkte Reza bij een pinkstergemeente. Daar werd hij twee jaar geleden gedoopt. Maar de Noorse autoriteiten geloofden niet dat hij echt christen was en stuurden hem terug naar Iran. Toen hij daar was aangekomen werd zijn paspoort in beslag genomen en verdween Reza voor zes maanden in de gevangenis. Omdat de weg naar Noorwegen was afgesloten, zat er na ontslag uit de gevangenis niets anders op dan naar Pakistan te vluchten. Omdat hij geen paspoort had, zag Reza zich genoodzaakt een Pakistaanse politieagent om te kopen.

In Pakistan werd hij goed opgevangen door de Protestantse Internationale Kerk, waar veel vluchtelingen uit de hoofdstad komen. Reza probeert nu officieel de status van vluchteling te krijgen via de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Dit agentschap helpt 1,3 miljoen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan, zowel asielzoekers als vluchtelingen. De meesten van hen komen uit Somalië, Irak en Iran.

Torunn, een van Reza’s oude Noorse vrienden, doet alles wat ze kan om hem te helpen. Ze stuurt hem documenten op die van belang kunnen zijn voor zijn zoektocht naar vrijheid en ze moedigt hem aan via de telefoon. Ook zij wil haar volledige naam niet in de krant hebben, omdat anders Reza’s poging om de status van vluchteling te krijgen, kan worden geschaad. „Ik hoop dat Reza terugkomt naar Noorwegen, maar het is aan de UNHCR om te bepalen waar ze hem heensturen als hij de status van vluchteling krijgt”, zegt ze.

Ondertussen voert Reza zowel financieel als mentaal een bittere strijd. De granaataanslag in Islamabad heeft diepe sporen getrokken in zijn toch al turbulente leven. „Slapen kan ik niet meer”, zegt de vluchteling. „Ik heb vaak nachtmerries en zie het tafereel zo weer voor me. Ik vraag me af waarom deze kerk werd getroffen. Antwoorden heb ik niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer