Daarvoor pleit een groep predikanten en kerkleden in een open brief aan de generale synode van de PKN. Die bespreekt deze week in een zogenoemde online consultatie het rapport ”De toekomst open tegemoet” van de dienstenorganisatie van de kerk.

De tien briefschrijvers –onder wie ds. Sam Janse, ds. Margriet van der Kooi, dr. Bert de Leede en Koos van Noppen– vinden de huidige coronacrisis „kinderspel” in vergelijking met de problemen die er zullen komen. Klimaatverandering zal volgens hen tot „rampen” leiden.

Het toekomstrapport van de dienstenorganisatie gaat vooral over missie, focus en kernwaarden. „Maar het gaat niet over duurzaamheid, over klimaatverandering, over biodiversiteit, over consumentisme, over levensstijl, over keuzes die gemaakt moeten worden.”

De schrijvers wijzen erop dat slechts „één zinnetje” in het 32 pagina’s tellende rapport over duurzaamheid gaat. De dienstenorganisatie wil in het kader van vluchtelingen en armoedebestrijding „onderzoeken op welke manier duurzaamheid en de zorg voor de schepping hieraan kan worden toegevoegd.”

Voor onderzoek is het echter te laat, zo stelt de open brief. „Er is al van alles onderzocht over klimaatverandering, over stikstofuitstoot, over achteruitgaande biodiversiteit, over zeespiegelstijging, over vluchtelingenstromen. Onderzoek moet doorgaan, maar we weten genoeg om te handelen.”

Duurzaamheid moet bovenaan de agenda van de kerk staan, vinden de opstellers. De kerk dient op te roepen tot „daadwerkelijke” gehoorzaamheid. „Ze kan bij haar leden verwijzen naar het Evangelie van Jezus Christus, waarin het gaat om delen en dienen. Waarin het offer niet ontweken wordt. En dan moet de kerk dat spreken vervolgens omzetten in beleid.”

In de levens van kerkmensen is een „radicale omzetting” nodig. „Laten we het maar met de ouderwetse bekeringsterminologie zeggen, want om minder gaat het niet. Het gaat erom los te komen van het consumentisme dat ons aangepraat wordt, van het „bedrog van de rijkdom” waar de Bijbel het over heeft. Om het eenvoudige leven te ontdekken als het goede leven. De schoonheid van de kleine dingen te ervaren, de krokus in de tuin, het veulen in de wei, de kleurenpracht van een ondergaande zon.”