Politiek

Islamitisch raads- en Statenlid: CDA dé partij voor moslims

Al vele decennia heeft Nederland politici met een moslimachtergrond. Ze vonden politiek onderdak bij linkse én rechtse partijen. Aissa Meziani, raadslid in Venlo en Statenlid in Limburg, verruilde in 2011 GroenLinks voor het CDA. Die partij geeft volgens hem moslims de meeste ruimte om zichzelf te zijn.

16 January 2021 12:59
Vanaf 1986 kregen niet-EU-burgers die langer dan vijf jaar legaal in het land verbleven passief en actief kiesrecht. Acht jaar later werden diverse moslims gekozen tot Tweede Kamerlid. beeld Hollandse Hoogte, Peter Hilz
Vanaf 1986 kregen niet-EU-burgers die langer dan vijf jaar legaal in het land verbleven passief en actief kiesrecht. Acht jaar later werden diverse moslims gekozen tot Tweede Kamerlid. beeld Hollandse Hoogte, Peter Hilz

Mohammed is voor Aissa Meziani (49) een „heel belangrijke figuur.” Ook laat de Venlonaar zich inspireren door de overleveringen van de islamitische profeet (hadith) en de koran. Tegelijk staat de geboren Marokkaan, die als zoon van een gastarbeider op 16-jarige leeftijd naar Nederland kwam, met beide benen in de samenleving. Op een schaal van 1 (orthodox) tot 10 (liberaal) plaatst hij zich in het midden. „Ik ben moslim, maar kijk naar de realiteit van vandaag.” In 2004 wordt Meziani politiek actief.

Sinds 1986 mogen mensen als Meziani –niet-EU-burgers die langer dan vijf jaar legaal in het land verblijven– stemmen bij lokale verkiezingen én gekozen worden. Omdat de Kieswet pas kort voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1986 werd aangepast, leidt dat soms tot merkwaardige taferelen. Zo wordt Yusuf Toprak in Eindhoven verkozen tot raadslid, terwijl hij nog geen CDA-lid was en nog nooit contributie had afgedragen.

Voor politieke partijen worden vanaf dan allochtonen een interessante vijver om in te vissen. Door herkenbare figuren uit migrantengemeenschappen te kandideren, proberen partijen een nieuwe kiezersgroep aan zich te binden. Na de verkiezingen van 1986 stijgt het aantal niet-westerse raadsleden gestaag, vooral in de grote steden. Aanvankelijk zijn het Turken die politiek actief worden, maar vanaf 1994 ook Marokkanen. In dat jaar komt de Marokkaanse koning Hassan II terug op zijn mening dat Marokkanen in het buitenland zich niet met politiek moeten bemoeien.

Nadat allochtonen voor politieke partijen in gemeenteraden hun meerwaarde bewijzen, duurt het niet lang meer voordat ze toetreden tot de Tweede Kamer. De PvdA krijgt in 1994 in de persoon Hamid Houda haar eerste islamitische Kamerlid. GroenLinks gaat nog een stapje verder en benoemt moslim Mohamed Rabbae tot duo-lijsttrekker. Ook de VVD krijgt in 1994 zijn eerste moslim: Oussama Cherribi. Onder aanvoering van Bolkestein ontpopt hij zich als pleitbezorger voor een liberale islam in Nederland. Bij het CDA duurt het nog tot 2001 voordat een moslim in de persoon van Coskun Çörüz zijn opwachting maakt.

Overigens had de Indonesiër Roestam Effendi al in de jaren dertig de primeur om het eerste islamitische Tweede Kamerlid te zijn. Vanaf 1933 vertegenwoordigde hij de Communistische Partij Holland. Hij viel niet op door zijn islamitische handelwijze maar door zijn felle antikoloniale retoriek. Pas na zijn vertrek uit de Tweede Kamer in 1946 nam hij zijn religie weer serieuzer.

Verharding

Op dit moment telt de Tweede Kamer niet veel meer dan een handvol islamitische Kamerleden. Bij de meesten –uitgezonderd de drie vertegenwoordigers van DENK en CDA’er Mustafa Amhaouch– lijkt hun islamitische identiteit niet of nauwelijks een rol te spelen in hun politieke werk.

In het nieuwe millennium begint ook Aissa Meziani zich politiek te oriënteren. De Limburger ziet om zich heen verharding en polarisatie en wil daar wat aan doen. Net als veel allochtonen spreekt de sociale agenda van partijen als D66, GroenLinks en de PvdA hem het meest aan. Omdat hij met GroenLinksers de beste contacten heeft, sluit hij zich bij deze partij aan.

Op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 staat Meziani op plaats vijf. Na een grote campagne in de Marokkaanse gemeenschap komt hij binnen op plek twee. In Limburg was het toen nog niet gebruikelijk dat er allochtonen in gemeenteraden zaten, zegt Meziani. „De Turkse gemeenschap had toen al wel wat goede kandidaten, maar Marokkanen waren nog niet zo positief over politiek. De mensen op wie ze konden stemmen, waren voor hen niet herkenbaar. In 2002 stemde in Venlo nog maar 5 procent van de Marokkanen, vier jaar later was dat 79 procent.”

In 2009 begint Meziani aan zijn tweede termijn als raadslid. Helemaal van harte GroenLinkser is hij dan niet meer en in de jaren daarop vervreemdt hij van de partij. In 2011 is voor hem de maat vol nadat GroenLinks instemt met een verbod op rituele slacht. „Het leek wel alsof Tofik Dibi (destijds Tweede Kamerlid voor GroenLinks en moslim, BP) van de Partij voor de Dieren was. Veel moslims waren teleurgesteld”, zegt de Limburger daarover. „Voor mij was dit de zoveelste keer dat GroenLinks landelijk iets deed wat ik moeilijk kon uitleggen aan mijn achterban.”

Eerder was hij fel tegen het besluit van GroenLinks om akkoord te gaan met een trainingsmissie in het Afghaanse Uruzgan. Ook miste hij bij GroenLinks een goed antwoord op problemen die Fortuyn en Wilders op de politieke agenda hadden gezet. In juli 2011 zegt hij zijn lidmaatschap op.

Meziani sluit zich in september 2011 aan bij het CDA. Die partij is dan voor een doorsneemoslim nauwelijks meer in beeld. De Turkse achterban –37 procent van de Turkse stemmen ging in 1994 naar de christendemocraten– is het CDA dan vrijwel volledig kwijtgeraakt. De christendemocraten vinden rechtse kiezers belangrijker dan de migrantenstem, menen analisten. Het in zee gaan met de LPF in 2002 zou bij moslims kwaad bloed hebben gezet.

Meziani ziet dat anders. „Ik ben trots op mijn Marokkaanse afkomst, maar bij veel Turken gaat Turkije vóór Nederland. Het CDA krenkte veel Turken in hun nationale eer toen het aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen in 2006 twee Turken van de kieslijst haalde omdat ze in een Turkse krant de Armeense genocide ontkenden.” Meziani vindt het optreden van de partijtop volledig terecht.

In 2011 regeert het CDA met de VVD in een kabinet dat door de PVV wordt gedoogd. De PVV noemt de islam geen godsdienst, maar een politieke ideologie. Het belet Meziani niet om CDA’er te worden en hij vindt zelfs dat zijn nieuwe partij een stap verder had moeten gaan. „De PVV was in 2010 met 24 zetels de derde partij van het land en had in het kabinet gemoeten. Als dat was gebeurd, hadden we geweten of die partij kon waarmaken waar ze voor stond. Nu hangt de optie regeren nog steeds boven de markt en blijft voor een grote groep kiezers de PVV de oplossing.”

Inmiddels is Meziani negen jaar raadslid voor het CDA. Sinds juni vorig jaar is hij bovendien CDA-Statenlid. Hoewel hij benadrukt er als Venlonaar en Limburger voor iedereen te zijn, vraagt hij verschillende keren met succes aandacht voor specifiek islamitische thema’s. In 2013 stemt de gemeenteraad in met de komst van een islamitische school. De VVD was de enige fractie die ertegen was. „Slecht voor de integratie.” Het CDA benadrukte in het debat de vrijheid van godsdienst.

In maart vorig jaar riep Meziani met een islamitisch raadslid van een lokale partij het college van Venlo op om in Venlo met spoed islamitisch begraven (dat wil zeggen op de rechterzij met het gezicht naar Mekka en de garantie van eeuwige grafrust) mogelijk te maken. Daaraan was dringend behoefte, want door de coronacrisis konden overleden moslims niet naar het land van herkomst worden gerepatrieerd. Het resultaat van Meziani’s inspanningen is dat de Venlose moslimgemeenschap binnenkort een deel van de gemeentelijke begraafplaats koopt en gaat onderhouden.

Als je als raadslid met een islamitische achtergrond bij partijen als D66, GroenLinks of de PvdA met dergelijke voorstellen komt, bereik je niets, zegt Meziani daarover. „Je ontmoet respect, maar vervolgens word je gewezen op de scheiding tussen kerk en staat. Het CDA hecht ook sterk aan die scheiding, maar er is meer ruimte voor religie en heeft kernwaarden waarop je je kunt beroepen. Bij het pleidooi voor die islamitische school was dat bijvoorbeeld de onderwijsvrijheid.”

Andere „kernwaarden” van het CDA waartoe de Limburger zich aangetrokken voelt, zijn de visie op familie en gezin en naastenliefde. „Ik denk dat veel Joden, moslims en christenen zich hierin in grote lijnen kunnen herkennen.”

In 1942 krijgt Nederland zijn eerste islamitische minister: de Indonesiër Pangeran Adipati Soejono. Opvallend, want premier Gerbrandy (ARP), de aanvoerder van de Nederlandse regering in ballingschap, had het niet zo op moslims. „Alle muzelmannen (moslims, BP) zijn brandhout voor de hel”, liet hij zich eens ontvallen. In 1963 werd er opnieuw een moslim minister: de VVD’er Johan Witteveen. De man was jarenlang boegbeeld van de soefibeweging in Nederland, een mystieke stroming in de islam.

In 2007 bereikte de emancipatie van moslims in de politiek zijn hoogtepunt toen Balkenende in zijn vierde kabinet Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb tot staatssecretaris benoemde. In 2009 werd de laatste burgemeester van Rotterdam. In 2017 kreeg ook Arnhem een islamitische burgemeester: Ahmed Marcouch.

Het is geen toeval dat Albayrak, Aboutaleb en Marcouch alle drie PvdA-lid zijn. De PvdA was tot 2014 dé partij voor mensen met een migrantenachtergrond. Op 13 november van dat jaar stapten de Turkse Nederlanders Kuzu en Öztürk uit de PvdA-Tweede Kamerfractie. Enkele maanden later richtten zij DENK op. De partij bezet nu drie Kamerzetels. Sindsdien is het allesbehalve vanzelfsprekend dat het gros van de kiezers met een migrantenachtergrond op de PvdA stemt.

Meziani moet niets van DENK hebben. „Die partij is niet het antwoord op Wilders en andere rechtse politici.” Bovendien verafschuwt hij de manier waarop DENK politiek bedrijft. „Ze maakten intimiderende filmpjes van allochtone Kamerleden. Bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen was ik in Limburg het mikpunt van DENK. Ook verspreidden ze leugens om zetels te winnen.” Uiteindelijk bleef DENK in Limburg met lege handen achter.

Derde weg

Op landelijk niveau proberen moslims al sinds de jaren 90 een islamitische partij van de grond te krijgen. De Moslimpartij was in 1993 de eerste, vijf jaar later gevolgd door de Islamitische Partij Nederland. In 2005 kreeg de Moslim Democratische Partij uit België een Nederlandse tak. Een jaar later deden Islam Democraten (de partij zit sinds 2006 in de Haagse gemeenteraad) mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Ze bleven steken op ruim 4000 stemmen. In 2007 richtten twee Nederlandse bekeerlingen de Nederlandse Moslim Partij op. Vijf jaar later ging de stekker eruit.

Bij de Kamerverkiezingen van 2021 gaat de „door de islam geïnspireerde” NIDA een gooi doen naar de gunst van de islamitische kiezer. Over NIDA, al enkele jaren actief in de Haagse en Rotterdamse gemeenteraad, is Meziani positief. „Dat vind ik eigenlijk best een goede partij. Ze debatteert ook op een realistische manier.”

Toch voelde Meziani nooit de behoefte om zich bij een islamitische partij aan te sluiten. De Limburger vindt dat er al genoeg partijen zijn. „Het wordt steeds moeilijker om een coalitie te vormen.” Verder meent hij dat politiek bedrijven vanuit een islamitische ideologie bedreigend overkomt voor niet-moslims en daarom averechts werkt. „Je hebt politici met een moslimachtergrond die nooit over islamitische thema’s praten en politici met een moslimachtergrond die niet anders doen. Door als moslim CDA-lid te worden en niet bang te zijn om binnen de partij de discussie aan te gaan over voor moslims belangrijke onderwerpen, koos ik met overtuiging voor een derde weg.”

Meer over
Moslimpolitici

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer