„Supermarkt gunt boer beter verdienmodel”
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is tevreden over het overleg met boeren, tuinders en andere partijen uit de levensmiddelenindustrie. Volgens het CBL verliep het gesprek „positief en constructief”. De partijen zaten donderdag om tafel om het verdienmodel van de boeren en tuinders te bespreken.
Zo is er gesproken over het keurmerk FarmerFriendly. Dat is een initiatief van boerenactiegroep Farmers Defence Force (FDF) waarbij supermarkten zich kunnen aansluiten, zodat boeren kunnen delen in de winst van de supermarkten. FDF wil al langer dat het CBL zich erbij aansluit.
Sieta van Keimpema van Farmers Defence Force heeft het over een constructief en positief gesprek waarin haar organisatie het keurmerk FarmerFriendly goed heeft kunnen presenteren. „Er werd erkend dat er iets moet gebeuren aan de inkomenspositie van boeren. Daar stond iedereen positief in.”
Hennie de Haan, woordvoerder van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), laat weten dat er tijdens het overleg een positieve stemming was. „Het gesprek was een hele goede start van iets waar we vaker en dieper over moeten praten. Vandaag was er echt een goede hoor en wederhoor en het verkennen van mogelijkheden”, aldus De Haan.
Op 10 februari worden de gesprekken voortgezet. Dan komt het keurmerk opnieuw aan bod, alsook andere initiatieven die de positie van boeren en tuinders moeten verbeteren. Voor 1 april willen de partijen concrete oplossingen kunnen presenteren.
Bij het overleg waren ook Albert Heijn, Jumbo en FrieslandCampina aanwezig, net als vertegenwoordigers van de industriekant van de levensmiddelen en andere brancheverenigingen uit de agrarische sector.
Ook zijn voorlopige uitkomsten van onderzoek in de pluimveesector in Nederland gepresenteerd. Daarin onderzocht Zest Marketing de inkomenspositie van boeren, het verdienmodel en de bereidheid tot het betalen van verduurzaming. Volgens De Haan, die benadrukt dat het volledige rapport nog moet verschijnen, blijkt daaruit dat Nederlandse consumenten zeker bereid zijn te betalen voor het verduurzamen van de sector. Ook blijkt het imago van de pluimveesector „best goed” te zijn.