P. houdt zich nog steeds schuil voor politie en justitie. De officier van justitie vroeg de rechtbank de zaak buiten zijn aanwezigheid inhoudelijk te behandelen. De rechtbank ging daarmee akkoord. De dagvaarding is bezorgd bij zijn moeder en vriendin.

Naast de dubbele liquidatiepoging wordt P. ook verdacht van het uitvoeren van de liquidatie van spyshop-medewerker Ronald Bakker. Die werd in 2015 bij zijn woning in Huizen doodgeschoten. Justitie vermoedt dat P. als uitvoerder werkte voor Ridouan Taghi en Saïd R., maar deze feiten staan niet op de tenlastelegging die donderdag in de zaak van P. wordt behandeld.

Een van de Rotterdammers die werd neergeschoten in Noordeloos is in de rechtbank aanwezig. Hij raakte bij de liquidatiepoging ernstig gewond. Hij had meerdere schotwonden, zijn milt moest worden verwijderd. Zijn gehoor is beschadigd en hij hij raakte een oog kwijt. Hij is voorlopig arbeidsongeschikt en vordert een schadevergoeding van 100.000 euro.

Het nu 32-jarige slachtoffer verklaarde bij de politie dat hij totaal verrast was door de schietpartij. De Rotterdammers waren eerder al acht keer vergeefs naar een parkeerplaats in Nieuwegein gereden voor een afspraak over een klus. Ze waren in de veronderstelling dat ze de opdracht zouden krijgen drugs uit containers te halen. Onderweg kregen ze de opdracht te parkeren in Utrecht en hun telefoons achter te laten in hun eigen auto.

In de Audi van P. reden ze vervolgens zwijgend en zonder te stoppen naar Noordeloos. „We stonden achter de auto wat te babbelen. Zonder aanleiding ben ik door mijn hoofd geschoten, met een vuurwapen”, vertelde het slachtoffer aan de recherche. „Plotseling schoot hij gewoon. Ik hoorde nog twee schoten die mijn lichaam raakten. Ik was er zeker van dat ik zou sterven. Ik raakte buiten bewustzijn. Ik hield me stil en kon bijna niets zien door het bloed in mijn ogen. Hierna stapte hij in en reed weg. Het was een totale surprise.”

Mogelijk had de liquidatiepoging te maken met een ripdeal in 2010, zei het slachtoffer tegen de politie. Deze ripdeal ging om cocaïne met een waarde van twee ton.

In de rechtbank zei het slachtoffer dat hij bevriend was met de dader en hem als familie beschouwde. „Dat hij me dit aan wilde doen, heeft me ernstig geraakt. Ik ben het vertrouwen in mensen kwijt.”