Werken met je hoofd, hart en handen
Bij sommige beroepen komt het vooral aan op denkwerk, bij andere vooral op fysieke kracht. En er is werk dat je alleen maar kunt doen als je ‘t met je hele hart doet. Maar sommige beroepen lijken van alle drie iets in zich te hebben. Koen, Marisca en Maurice vertellen erover.
De beste speculaasbakker van Nederland
Koen de Blaeij (23) uit Barneveld is banketbakker.
Vanaf mijn zestiende werk ik bij Echte Bakker Van der Veer in Barneveld. Eerst was het mijn bijbaan, nu loop ik er fulltime. Na mijn middelbareschooltijd begon ik aan een administratieve opleiding, maar hele dagen achter de computer zitten beviel me niet. Ik wil praktisch bezig zijn, met mijn handen werken.
Mijn bijbaan bij de bakkerij vond ik heel leuk, dus heb ik me ingeschreven voor de opleiding tot ondernemer brood en banket. In vier jaar leer je daar alles wat je nodig hebt om een goede banketbakker te worden. Ik ben erg blij dat ik deze overstap gemaakt heb, dit werk past veel beter bij me. Ook mijn familie is er blij mee, zeker als ik dingen meeneem uit de bakkerij.
Op mijn werk draai ik drie dagen van 9,5 uur en twee van 6,5 uur. Gelukkig ben ik een ochtendmens, want ik moet doordeweeks om halfzes beginnen, en op zaterdag om vier uur.
Het leukst aan het werk in de bakkerij vind ik dat je zelf de touwtjes in handen hebt om iets moois te maken. Het werk is heel afwisselend: het ene moment ben ik de bestellingen aan het verwerken, het andere moment ben ik bezig met het maken en decoreren van taarten of ander gebak.
Het decoreren met een spuitzak is een precies werkje, maar het geeft veel voldoening als het eindresultaat er goed en strak uitziet. En zeker als klanten zeggen dat ze het er mooi uit vinden zien, geeft dat me voldoening.
Elke dag kwaliteit neerzetten is belangrijk voor me. In november heb ik zelfs de prijs gewonnen voor de beste speculaas van Nederland. Deze speculaaskeuring wordt elk jaar gehouden. Je moet je product inzenden en dan wordt het gekeurd door een vakjury en een consumentenjury. Onze speculaas bleek de beste te zijn. Bakkersvakwedstrijden zijn leuk om mee te maken, daar doen we jaarlijks aan mee als team. We nemen bijna elke keer wel wat prijzen mee naar huis. Voor de beste speculaas heb ik een beker gewonnen. Sinds die tijd zien we dat er veel meer vraag is naar die koek.
Ik had vroeger nooit gedacht dat ik banketbakker zou worden. Dus als je op zoek bent naar een baan of opleiding, oriënteer je dan vooral breed en praktisch: bij de meeste bedrijven mag je best een dagje meelopen, zodat je in de praktijk kunt kijken of je het leuk vindt of niet.
Marisca geniet van kinderfantasie
Marisca van Eldik (22) is juf op de Dr. Maarten Lutherschool in Urk.
Het onderwijs zit in mijn bloed, zou je kunnen zeggen. Allebei mijn ouders hebben voor de klas gestaan, mijn moeder geeft nog steeds een dag in de week les. In groep acht was ik tutor voor kinderen uit de lagere klassen die moeite hadden met lezen, bijvoorbeeld. Ik hield van het helpen van andere leerlingen. Het was voor mij dus een voor de hand liggende keuze om de pabo te gaan volgen. Het is geweldig om de kinderen vooruit te helpen – dat je ziet dat ze steeds meer inzicht krijgen.
Als je nadenkt of de pabo iets voor je is, kun je het beste naar je persoonlijkheid kijken. Krijg je energie van kinderen helpen en hun iets leren?
Kinderen zijn zo lekker puur. Ze zeggen alles wat ze denken. Een tijdje geleden had ik mijn haar anders gedaan en de leerlingen vertelden me dat ze het er toch maar gek uit vonden zien. Dat zijn leuke momenten.
Het onderwijs is geen negen-tot-vijfbaan. Ik begin elke dag om kwart voor acht – als we tenminste niet in lockdown zitten. Dan heb je mooi nog even tijd om bij te praten met collega’s. Daarna neem ik even kort de lessen door van die dag en zet ik het bordplan gereed. Ik haal nog even snel thee voor om halfnegen de kinderen binnenkomen. Ik laat de leerlingen altijd eerst even hun woordpakket schrijven, zodat ik hen goed kan observeren: hoe zijn ze binnengekomen? Daarna openen we de dag en vertel ik het Bijbelverhaal. Dan draaien we het lesprogramma af, met een lange middagpauze –de Urker specialiteit– zodat alle kinderen thuis warm kunnen gaan eten. En ’s avonds bereid ik de lessen voor de dag erna voor.
Ik geniet het meest van het contact met de kinderen, van hun onbegrensde fantasie. De dag dat Mark Rutte zijn tweede toespraak ging houden vanuit het Torentje ging ik daar met de leerlingen over in gesprek. Een van hen begon ineens te lachen en zei: Wat als er nou een vogel bij meneer Rutte op het raampje klopt en hij het raam opendoet om de vogel binnen te laten, dan steelt de vogel misschien de tekst van de toespraak! Daar hebben we als hele klas onbedaarlijk om moeten lachen en het vogeltje is inmiddels een begrip geworden. Als er iets kwijt is in de klas of als ik iets vergeten ben, zijn er altijd wel een paar leerlingen die vragen of het vogeltje langs is geweest.
Maurice is man en verpleegkundige
Maurice Vaandering (24) uit Genemuiden is mbo-verpleegkundige en student verpleegkunde op het hbo.
Toen ik jong was, kwam ik vaak bij mijn grootouders. Ik zette koffie en hielp hen met boodschappen doen. Mijn oma zei altijd tegen me: „Jij wordt later een goede broeder.” Dat idee is me bijgebleven. Op de havo wist ik zeker dat ik verpleegkunde wilde gaan doen. Engels en scheikunde stonden me alleen dusdanig in de weg dat ik van de havo naar mbo-verpleegkunde ben gegaan. Mijn beroepskeuzetest gaf sociaal agogisch werk aan als beste optie; dat bracht me aan het twijfelen. Maar toch was verpleegkunde het enige wat in mijn hoofd bleef zitten. Ik wilde het gewoon doen.
Na het mbo wilde ik eerst wat werkervaring opdoen als verpleegkundige. Mijn mbo-diploma had ik vrij makkelijk gehaald, dus ik maakte me er niet al te veel zorgen over of het hbo me zou lukken. Toen ik in het ziekenhuis solliciteerde, vroegen ze me of ik de hbo-v-opleiding wilde gaan doen. In september 2019 startte ik in het ziekenhuis en kregen mijn vrouw en ik onze dochter, en in januari 2020 begon ik mijn opleiding op het hbo. Dat was een intensieve maar mooie tijd.
Het werk in het ziekenhuis is druk en onregelmatig, maar geeft enorm veel voldoening. Je kunt er echt voor mensen zijn, dat is waar ik het voor doe. Ik hou van het contact met de patiënten, en ook mijn oplossingsgerichte houding kan ik in dit werk goed gebruiken. Ik ben een echte doener, en juist daarmee kan ik de mensen helpen. Ik herinner me een vrouw die aan de achterzijde van haar been een vleesetende bacterie had. Om die op te ruimen moest de wond groter gemaakt worden, van haar bil tot aan haar enkel. Wij als verpleegkundigen mochten haar wond verzorgen, in het begin met vier verpleegkundigen tegelijk. Het heeft best een tijd geduurd voor de wond genezen was, en toen dat zover was heeft ze een huidtransplantatie gekregen. Daarna is ze overgeplaatst naar een revalidatiecentrum. Dat het been genezen is, geeft mij echt een kick. Daar doe ik het voor, samen met mijn collega’s.
Wat ik tegen mensen zou willen zeggen die nog een studiekeuze moeten maken? Kom in de zorg werken! Zeker jongens en mannen hebben we nodig. Het taboe dat daarop rust, moet de wereld uit: werken in de zorg is stoer en mannelijk, mannen zijn er echt van toegevoegde waarde.