Waar er bij de vorige jaarwisseling nog 1300 vuurwerkslachtoffers waren, zijn er tijdens de jaarwisseling 2020-2021 bijna 400 patiënten behandeld voor vuurwerkletsel op de Spoedeisendehulpafdelingen en huisartsenposten. Dat meldde Veiligheid.NL, het kenniscentrum voor letselpreventie, dinsdag.

VeiligheidNL ging de cijfers na in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, InEen (vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg) en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. De aantallen zijn gebaseerd op onderzoek bij alle spoedeisendehulpafdelingen in Nederland en ruim driekwart van alle huisartsenposten over de periode van 31 december tot en met 1 januari.

Brandwonden

De daling van het aantal vuurwerkslachtoffers is te zien bij alle soorten vuurwerk, ook bij zwaar illegaal vuurwerk en carbid schieten. „Van de verwondingen die we zagen ontstond de meerderheid door knalvuurwerk.”

De vuurwerkslachtoffers zijn vaak jong: 63 procent is jonger dan twintig. Bij de vorige jaarwisseling was dat nog 49 procent. Het aandeel gewonde omstanders was met 44 procent lager dan vorig jaar (51 procent). Het zijn als altijd overwegend mannen die gewond raken (82 procent).

Patiënten werden vooral behandeld wegens brandwonden. Het aandeel oogletsels was dit jaar met 14 procent aanzienlijk lager dan de 27 procent van vorig jaar.

Tegelijkertijd blijkt uit de vuurwerkbarometer van het openbaar ministerie dat de politie afgelopen jaarwisseling twee keer zoveel vuurwerk in beslag heeft genomen als in 2019. In totaal werd bijna 123.000 kilo illegaal vuurwerk opgespoord, tegenover 61.000 kilo in 2019. In 2019 bleef de teller hangen op meer dan 61.000 kilo.