Tien verdachten aanslagen Brussel voor volksjury
Tien van de dertien verdachten van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 moeten voor een volksjury terechtstaan. Drie van hen worden buiten vervolging gesteld, heeft een speciale rechtbank in Brussel bepaald.
Bij de aanslagen op het nationale vliegveld bij Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel kwamen 32 burgers en drie terroristen om. Er vielen 340 gewonden.
Het Belgische Openbaar Ministerie had voor twee verdachten, die onderdak aan de terroristen zouden hebben geboden, doorverwijzing naar de correctionele rechtbank, met beroepsrechters, gevraagd. Maar de rechtbank stuurt ook deze twee broers naar het zogeheten hof van assisen, waar een burgerjury zich over de schuldvraag over de zwaarste misdrijven, zoals (poging tot) moord en doodslag, uitspreekt.
De bekendste verdachte is Salah Abdeslam, een in België geboren Fransman die geldt als de enige overlevende terrorist van de aanslagen in Parijs, vier maanden voor die in Brussel. Abdeslam werd vier dagen voor de aanslagen in België opgepakt in Brussel, maar beide aanslagen zouden het werk van dezelfde cel IS-terroristen zijn geweest. Ook Mohamed Abrini, de ‘man met het hoedje’ die na de aanslag op Brussels Airport wegliep nadat zijn bom niet was afgegaan en door beveiligingscamera’s werd gefilmd, moet voor de volksjury verschijnen. Hij zou eveneens bij de aanslagen in Parijs betrokken zijn geweest.
Het OM heeft gewaarschuwd dat de procedure met opgeroepen burgers voor het megaproces onwerkbaar dreigt te worden. Voor het proces moeten 12 juryleden en 24 plaatsvervangers zich zes tot negen maanden lang vrijmaken. Er zijn minstens 700 burgerlijke partijen zoals slachtoffers van de aanslagen, familie van omgekomen personen en andere mensen die zeggen schade te hebben geleden door de aanslagen.
Het Belgische proces zal naar verwachting eind 2021 van start gaan. Er is een speciaal, tijdelijk gerechtsgebouw voor ingericht op de plek van het voormalige hoofdkwartier van de NAVO in de Belgische hoofdstad.