Column (ds. J. Belder): Karel Knal
Oudjaarsnacht verliep rustiger dan gedacht, aldus een opgeluchte minister in het vroege nieuwsbulletin van 1 januari. Vuurwerkbeleid en -verbod, alsmede het beroep op gezond verstand en burgerfatsoen wierpen hun vruchten af. Mooi staaltje van positief denken! Later moest dit optimisme ietsje worden bijgesteld. Daarna nog ietsje. Op de vraag of het vuurwerkverbod definitief wordt, kon de matineuze bewindsman nog niets zeggen. Begrijpelijk: de verkiezingen naderen.
Ondertussen had Karel Knal goede zaken gedaan. Illegaal uiteraard. Politie en sjacheraars speelden kat-en-muis. Allerlei explosief spul ging via internet van de hand. Handel vanuit woonwijken en busjes als rijdende bommen. In Geldrop vonden dienders 800 kilo vuurwerk in de krochten van een flat. In Winterswijk 300 kilo in een schuurtje. Gezellige buren.
December in het geheel verliep toch minder rustig dan gehoopt. Er werd meer overlast gemeld dan in eerdere jaren. In Roosendaal, Arnhem, Veen, Urk et cetera werd stevig gereld. Onze helden –ambulance, brandweer, politie– waren even de vijanden. Ook al wonen ze in hetzelfde dorp. Puberjochies en -grietjes leken gewetenloos, soms aangemoedigd door pa en ma, die ook zelf de straat opgingen en meededen. We zijn het zat beknot te worden in onze vrijheden. Een vuurwerkverbod? Pikken we niet. Dan auto’s, caravans en ander spul in de fik. Wat niet brandde, werd gesloopt. Voor de deur van een Fries hotel ontplofte een carbidkanon. Per ongeluk.
De stukjesschrijver wilde weten waarom de samenleving zo explosief is en op scherp staat. Corona en het wegebbende vertrouwen in het bestuur, zei men hem. De geloofwaardigheid van de politiek is gesneuveld. Ook wees men hem op de doorwerking van de verlichtingsideologie. Begonnen in de 17e eeuw is deze nu eindelijk breed aanvaard. We zijn vrije burgers. Niemand maakt ons wat. We bepalen zelf wat mag en niet mag. En we laten ons die vrijheid niet afpikken! We vechten door. Ook na 1 januari.
Het ligt diep verankerd in onze ziel eigen meester te willen zijn en niemands knecht. Begon dat niet lang geleden met het eerste mensenpaar? Gedragen kerkmensen zich beter? Vroeger heetten die gezagsgetrouw. Zijn ze dat nog? Vraag het de jeugd.
En wat de slopers van andermans goed betreft: Arnhems burgemeester Marcouch suggereerde de schade op hen te verhalen. Super. En laat hen ook zelf de troep opruimen. En voor wie zich dan nog verveelt: er is in de buurt vast wel wat te helpen. Al is het alleen maar het schonen van wegbermen.