‘Inzet Defensie in zorginstellingen alleen bij acute hoge nood’
Veiligheidsregio’s kunnen alleen om de hulp van defensiepersoneel vragen als de nood in een zorginstelling zo hoog is geworden dat zo’n instelling niet meer kan functioneren. De hulp van Defensie is een uiterste redmiddel. Het leger heeft ook niet zomaar duizend of meer mensen beschikbaar om in te springen.
Die boodschap hebben de 25 burgemeesters die samen het Veiligheidsberaad vormen maandagavond gekregen, aldus hun voorzitter Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen. De burgemeesters vergaderden online met de ministers Hugo de Jonge (Volksgezondheid) en Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). Zij zijn vrijwel altijd aanwezig bij het Veiligheidsberaad, omdat Grapperhaus als minister gaat over de openbare orde en De Jonge over corona.
Over de hulp van Defensie werd gesproken omdat de veiligheidsregio’s Groningen, Twente en Noord- en Oost-Gelderland in een brandbrief om dergelijke hulp hebben gevraagd. Volgens Bruls overwegen meer regio’s om de hulp van het leger in te roepen.
„Er gelden strikte criteria voor het te hulp roepen van Defensie. De regio’s moeten eerst onder meer uitzoeken of er onderling nog personeel kan worden uitgewisseld, of het Rode Kruis kan helpen en of er nog mensen van buitenaf kunnen instromen. Er is bijvoorbeeld een regio waar de brandweer meehelpt in een instelling. Zulke voorbeelden worden onderling uitgewisseld. Dat het zorgstelsel enorm onder druk staat is duidelijk”, aldus Bruls.
Grapperhaus benadrukt namens het kabinet dat de welwillendheid van Defensie er is en dat militairen beschikbaar zijn mocht het nodig blijken. Wel moet eerst duidelijk worden hoeveel mensen precies nodig zijn en wat voor werkzaamheden ze gaan uitvoeren. Zo is er mogelijk vraag naar „lichte hand-en-spandiensten”, maar ook naar medisch ingewikkeldere taken. Hij benadrukt ook dat regio’s eerst moeten kijken wie zij zelf beschikbaar hebben, om vervolgens mensen te vragen bij het samenwerkingsverband Extra Handen in de Zorg en daarna het Rode Kruis. Toch wordt er volgens hem wel „voortvarend” gewerkt.
De ministeries van Volksgezondheid en Defensie houden de hulpvraag van de drie regio’s dinsdag nog eens tegen het licht, voordat er een besluit wordt genomen, zegt Bruls. „De capaciteit van Defensie is ook niet oneindig. Als een of twee regio’s deze week alle militaire hulp opslokken, is er niemand meer voor regio’s waar het volgende week misschien nog nijpender zal zijn.” Vanaf aanstaande woensdag worden „mogelijk een paar problemen verholpen”, zegt Grapperhaus.