Kouwenhoven werd door Zuid-Afrika tot zogenoemd ongewenst persoon verklaard. De zakenman moet in Nederland een celstraf van negentien jaar uitzitten voor wapenhandel en medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Liberia tussen 1999 en 2003. Hij werd in 2017 bij verstek veroordeeld. Hij smokkelde wapens voor voormalig president Charles Taylor tijdens een burgeroorlog in het West-Afrikaanse land.

Eind 2017 werd hij op verzoek van het Nederlandse Openbaar Ministerie opgepakt in Kaapstad. Daarna werd hij op borgtocht vrijgelaten en kreeg hij huisarrest in afwachting van een besluit over het uitleveringsverzoek dat Nederland had ingediend.

Begin dit jaar wees de rechtbank in Kaapstad dat verzoek af. Nederland zou volgens de rechter geen zogenoemde jurisdictie hebben om een oordeel te vellen over de misdaden die van Kouwenhoven in Liberia zou hebben begaan, maar alleen over misdaden in Nederland zelf. Op basis daarvan mocht hij niet worden uitgeleverd onder Zuid-Afrikaanse wetgeving. Het hooggerechtshof veegt die redenering evenwel van tafel en draagt de lagere rechtbank op zijn uitspraak aan te passen.

Kouwenhoven heeft altijd gezegd dat hij onschuldig is. Maar de Hoge Raad oordeelde eind 2018 dat de opgelegde straf in stand blijft, waarmee deze definitief is geworden.