Een zeemansgraf in de duinen
De meer dan tien skeletten die deze zomer op een camping op Vlieland werden gevonden, zijn waarschijnlijk afkomstig van zeelieden uit de achttiende eeuw.
Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk. Ook waren op de camping geen twaalf maar zestien lijken begraven. Waarschijnlijk zijn ze allemaal afkomstig van mannen, in de leeftijd van ongeveer 16 tot 72 jaar.
Het is een wat lugubere geheel. In een ruimte ter grootte van twee klaslokalen liggen tussen roodwitte linten zestien skeletten uitgespreid op een glimmend zwart zeil. Ervoor staat de kist waarmee de botten vanuit Vlieland zijn overgebracht naar Rijswijk. De twaalfjarige Jorrit Geertsma ontdekte de menselijke resten toen hij op 13 augustus speelde op camping Stortemelk op Vlieland. Toen al leek het om oudere botresten te gaan. Bij de opgravingen in de daaropvolgende dagen kwam al vrij snel vast te staan dat er waarschijnlijk geen sprake was van een misdrijf.
Gezeten naast de bottenuitstalling kregen de verzamelde media dinsdagmiddag in Rijswijk een toelichting op het uitgevoerde onderzoek. Volgens dr. G. J. R. Maat, specialist op het gebied van skeletdatering en leeftijdsbepaling aan de Rijksuniversiteit Leiden, zijn alle botresten waarschijnlijk afkomstig van mannen. Hij acht het goed mogelijk dat er meer dan zestien mensen begraven hebben gelegen in de Vlielandse duinen. Dat is door de tand des tijds moeilijker na te gaan. „De beenderen zijn poreus en de konijnen in de duinen hebben vermoedelijk ook het een en ander versleept.” Wel is het volgens Maat buiten kijf dat de zestien ineens zijn omgekomen. Het ontbreken van schotwonden maakt het aannemelijk dat de mannen geen soldaten waren maar schippers. Maat acht een scheepsramp dan ook de meest waarschijnlijke doodsoorzaak. Onduidelijk is nog wanneer die precies heeft plaatsgevonden. De onderzoekers schatten dat het tussen 1750 en 1800 was.
Medewerker Fred Lunenberg van het NFI denkt dat een messing halsknoop de doorslag gaf bij de datering van de resten. De knoop, afkomstig van een soort kiel, werd door een specialist beoordeeld en is naar schatting 200 tot 250 jaar oud. Ook werden scheepsspijkers gevonden, die in die tijd vaak werden hergebruikt voor het in elkaar timmeren van lijkkisten.
Tentoonstelling
Op Vlieland start conservator Bert Huiskes van museum Tromp’s Huys binnenkort een speurtocht naar de precieze herkomst van de menselijke resten. Huiskes weet nog niet zeker of hij precies kan nagaan van welk schip de mannen afkomstig zijn. Wel wordt het zoeken voor hem nu een stuk makkelijker. „Ik hoef nu niet meer bij het jaar 1500 te beginnen.” De skeletten worden nog verder onder de loep genomen door de Rijksuniversiteit Leiden. Daaruit moet dan een preciezere leeftijdsaanduiding van de botten volgen. Volgens Huiskes keren ze vervolgens terug naar Vlieland. „Waarschijnlijk richten we een tentoonstelling in en mogelijk komt er een vitrine bij de camping.”