Voor Egyptenaar is de Arabische zomer nog niet aangebroken
Voor christenen in Egypte bracht de Arabische lente aanvankelijk veel onzekerheid, zeker na de machtsovername door de Moslimbroederschap. Inmiddels is de situatie stabiel. Willem-Jan de Wit: „Het is niet ideaal, maar het gaat redelijk goed met de kerk.”
Onder president Hosni Mubarak leidden Egyptische christenen een relatief rustig bestaan. Ze werden weliswaar gediscrimineerd en er was met enige regelmaat sprake van geweld tegen kerken. Ze genoten als minderheid echter ook een zekere overheidsbescherming, vooral tegen islamistische extremisten, die Mubarak met harde hand aanpakte.
Toen de opstanden van de Arabische lente begin 2011 ook Egypte bereikten, riep de Koptische paus Shenouda III zijn aanhangers zelfs op naar huis te gaan, toen ze tijdens een week van sit-in-protesten voor een overheidsgebouw aandacht voor het lot van christenen vroegen.
Na de val van Mubarak groeide de onrust onder christenen. Die bereikte een dieptepunt toen de Moslimbroederschap de verkiezingen won en president Mohammed Morsi in 2012 president werd. „Bij veel christenen leefde de gedachte: Is dit nu wat de omwenteling heeft opgeleverd?”, vertelt Willem-Jan de Wit telefonisch vanuit Egypte. Hij is sinds 2008 uitgezonden namens de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en doceert aan het Evangelical Theological Seminary in Cairo (ETSC).
„Er volgde een nieuwe periode van veel demonstraties en onzekerheid. Tot Morsi in de zomer van 2013 aan de kant werd gezet. Daar waren christenen heel blij mee. Ze hadden er geen vertrouwen in dat de agenda van de Moslimbroederschap op den duur positief voor hen zou uitpakken.”
Dezer dagen maken media en analisten de balans op van tien jaar Arabische lente. Maar voor veel Egyptische christenen is achteraf gezien niet de revolutie van 2011 de belangrijkste, maar die van 2013, toen Morsi werd afgezet, meent De Wit. „Pas daarna is voor hen de situatie tot rust gekomen.”
Het aantreden van Abdul Fatah al-Sisi als nieuwe president luidde een nieuw tijdperk voor Egyptische christenen in. „Natuurlijk is er sindsdien veel gebeurd. Er zijn kerken in brand gestoken, aanslagen gepleegd. Dat waren echter voornamelijk protesten tegen het regime, waarbij de woede op christenen werd afgereageerd. De regering zelf ziet christenen in Egypte echter niet als politieke tegenstanders.”
Over het algemeen staan christenen „min of meer” positief tegenover het nieuwe regime, constateert de GZB-medewerker. „Het is niet ideaal, maar de situatie is best redelijk voor de kerk. Dit is zeker niet de moeilijkste periode. Er zijn de afgelopen tijd behoorlijk wat bouwvergunningen voor kerken afgegeven.”
De ‘viering’ van tien jaar Arabische lente is onder Egyptische christenen nauwelijks onderwerp van gesprek, zegt De Wit. „We hebben het er niet zoveel over. Dat heeft ook deels met corona te maken; dat neemt veel mensen in beslag. En uiteindelijk is de vraag voor iederéén hier: Accepteer je dat het land vrij strak wordt geregeerd? De vrijheid die burgers in het Westen genieten, heb je in Egypte gewoon niet.”
Hoewel tijdens het bewind van de Moslimbroederschap veel christenen uit Egypte vertrokken of plannen voor emigratie maakten, is die neiging grotendeels verdwenen, denkt de theoloog. „Natuurlijk wil elke jongere naar het Westen, als hij zijn kans schoon ziet. Ik krijg vaak genoeg de vraag of ik een visum voor Nederland kan regelen. Maar dat is vooral om sociaal-economische redenen en meestal niet alleen omdat je het als christen zo slecht hebt in dit land.”
Hoe zou u de staat van het christendom in Egypte beschrijven?
„Dat is lastig in één zin te vatten. In Nederland maken we ons druk over de leegloop van de kerken; in Egypte worden er kerken bij gebouwd. Dat laat enerzijds zien wat er leeft. Aan de andere kant baart de afnemende kerkelijke betrokkenheid van jongeren hier in Caïro ook zorgen. Wat er geestelijk concreet in de levens van mensen gebeurt, is moeilijk in zijn algemeenheid te zeggen. Er is hier geen opwekking gaande, maar er zijn zeker mensen die tot persoonlijk geloof komen. Als seminarie zien we bijvoorbeeld sinds enkele jaren een flinke groei van het aantal deeltijdstudenten, die theologie studeren voor persoonlijke vorming of om beter toegerust te zijn voor de taken die ze in hun kerkelijke gemeente vervullen.
Na de revolutie werd er in de kerk nagedacht hoe men een profetische rol in de samenleving kan vervullen. Niet alleen de overheid volgen, maar je ook tegen misstanden uitspreken. Daar hoor ik nu minder over, misschien omdat er ook weinig ruimte voor is.”
Is de term Arabische lente wel op zijn plaats?
„Het is de afgelopen tien jaar niet alleen lente geweest. Dat tijdperk is niet in één seizoen te vangen. Er zijn zeker positieve ontwikkelingen. De infrastructuur is verbeterd en er wordt ontzettend veel gebouwd. Alles draaide op subsidies; dat wordt nu geleidelijk aan teruggedraaid. Dat kan tot een gezonder economisch stelsel leiden, hoewel het voor de armen uiteraard niet goed is als de prijzen van basisbehoeften stijgen, zonder dat de lonen ook gelijk omhooggaan. Tegelijkertijd leven we niet in een vrijer land en is er niet meer ruimte voor politieke meningen gekomen. Wat dat betreft vraag je je wel af: Wat heeft de revolutie van 2011 nu uiteindelijk écht gebracht? Gelukkig is er hier geen chaos of burgeroorlog zoals in Syrië of Libië ontstaan, maar de Arabische zomer is nog niet aangebroken.”
serie 10 jaar Arabische opstanden
Hoe staat de Arabische wereld ervoor nadat tien jaar geleden massale opstanden uitbraken? En wat zijn de gevolgen voor christenen? Een verkenning in vier delen. Deel 3: Egypte.