Profetie tot ons nut
Mattheüs 1:21
„En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.”
De engel voegt er dan ook verder aan toe dat de maagd een Zoon zal baren, en beveelt Jozef Hem Jezus te noemen, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Zolang een vrouw zwanger is, al zijn er soms vermoedens van een jongen of een meisje, kan toch niemand dienaangaande zeker zijn. De engel doet hier dus profetisch werk, opdat Jozef dadelijk al een handtekening –om het zo uit te drukken– heeft om des te beter verzekerd te zijn als hij ziet dat de maagd Maria, zijn vrouw, een Zoon ter wereld zal brengen. Dit is hem dan ook van veel dienst geweest.
Nog heden is het ook ons van veel nut. Want hoewel deze boodschap vertrouwelijk aan Jozef gebracht is, toch werd ze voor ons opgeschreven, en Jozef is er ons getuige van. En God wil dat heden deze profetie bekend is, opdat wij erdoor opgebouwd worden en wij onze Heere Jezus Christus aannemen, als ons door de hand van God, Zijn Vader aangeboden, zelfs vóór Zijn geboorte en vanaf de tijd dat Hij nog verborgen was in de moederschoot.
Maar wat volgt, is van nog groter gewicht, namelijk dat aan Jozef bevolen wordt de Zoon, Die zal geboren worden, Jezus te noemen. De reden staat er ook bij opgetekend: Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
Johannes Calvijn,
predikant te Genève
(”Preek over Mattheüs 1:18-21”)