Dick van Meeuwen trok deze week de deur achter zich dicht bij het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College omdat hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Hij was daar vanaf 2011 bestuurder. Vrijdag maakte de SGP de kandidatuur van Van Meeuwen bekend. Het SGP-congres stemt op 16 januari over de enkelvoudige voordracht.

Waarom denkt u dat u een goede SGP-voorzitter bent?

„Niet te snel. De partij moet mij nog kiezen. Ik zal maar zeggen wat het SGP-hoofdbestuur van mij vindt. Ik ben een verbindend type en streef openheid en transparantie na. Als leidinggevende breng ik andere mensen in positie._

Er ligt een voorstel om de structuur en cultuur van de partij bij elkaar te brengen. Dat ik een relatieve buitenstaander ben, zie ik als een voordeel. Ik ben onbevangen. We maken met elkaar een nieuwe start. Ik ken het politieke werk van binnenuit en zat ruim twintig jaar in de gemeenteraad van mijn woonplaats Sliedrecht.”

Wat gaat u zeker anders doen dan uw voorganger?

„Ik blijf mezelf en ga me niet vergelijken met voorgangers. Ik kijk vooral vooruit. We hebben verschillende geledingen in de partij, het wetenschappelijk instituut, de jongerenclub, de medewerkers van de partij; ze functioneren afzonderlijk van elkaar heel goed, maar ze horen wel bij elkaar. Mijn taak is om verbinding aan te brengen tussen de geledingen. We hebben elkaar nodig. Ik las ooit ergens: we willen geen eilandencultuur, maar een wij-landcultuur.”

De afgelopen jaren zijn er veel taboes in de SGP verdwenen en is de SGP steeds meer een gewone politieke partij geworden. Een van de taboes die er nog is, betreft regeringsdeelname op landelijk niveau. Wilt u die Rubicon oversteken?

„Daar kan ik nu geen uitspraak over doen. Dat hangt van veel factoren af. Maar ik denk dat er nog heel wat water door de Merwede moeten stromen voor het zover is. Als je regeert ben je ook medeverantwoordelijk voor de abortus- en euthanasiepraktijk, dan wordt het voor een politieke partij als de SGP met haar beginselen, wel moeilijk.”

Hoe wilt u het aantal leden van de SGP vergroten? En de betrokkenheid van leden bij de kiesvereniging vergroten?

„Daar ga ik met anderen ideeën over ontwikkelen. Ik heb wel trek in die uitdaging. De SGP is de mooiste partij van Nederland, vindt u ook niet? Hoe meer mensen daarbij komen, hoe beter dat is.”

De SGP wil vast bij de komende verkiezingen opnieuw stemmen winnen. Gaat de partij doorbreken bij de conservatieven met hun cultuurchristendom?

„Nee. Ik wil uitgaan van de kracht van de eigen beginselen. Het specifieke van de SGP zijn toch de Bijbelse waarden en normen. Dat is onopgeefbaar. We dienen vanuit onze beginselen de vraagstukken van deze tijd, waaronder de genderideologie, het klimaat of de rol van de techniek, te doordenken.”

Ziet u FVD en PVV dus meer als concurrenten dan als bondgenoten?

„Ik zie ze niet als bondgenoten. Deze partijen stellen ons echter wel voor een uitdaging om onze achterban vast te houden. Laten we met elkaar gaan werken aan een Bijbels profiel voor onze partij. En vandaaruit andere partijen beoordelen.”

U was dus niet zo gelukkig met een recent boek vanuit het wetenschappelijk instituut waarin de schrijver een lans breekt om populistische partijen als bondgenoot te zien?

„Daar doe ik geen uitspraak over. In de politieke praktijk kan het natuurlijk wel voorkomen dat populistische partijen op een aantal terreinen eenzelfde stemgedrag hebben als de SGP.”

Hoe staat u ten opzichte van de ChristenUnie?

„Positief. Ik zie ze als bondgenoot. De ChristenUnie is de eerste partij waar je naar kijkt voor samenwerking. We hebben een gemeenschappelijke basis. We hebben te maken met een versnipperd kerkelijk en politiek landschap in een meer en meer antichristelijke cultuur, dan heb je elkaar hard nodig.”

En ten opzichte van het CDA?

„Die partij kan op veel terreinen ook een bondgenoot zijn. Maar die staat verder bij ons vandaan.”

Hoe functioneert artikel 36 van de NGB in de SGP?

„Het artikel omvat meer dan de beroemde 21 woorden. Er wordt een belijdenis uitgesproken over de positie van de overheid. Die staat nog steeds als een huis. Er is een bepaalde ontwikkeling in de partij geweest over het thema godsdienstvrijheid. Dat levert een zekere spanning op met ons beginsel; ik zal dat niet ontkennen. Ik laat die spanning staan. Het ideaal uit artikel 36 en de politieke praktijk krijg ik niet bij elkaar. Maar als er geen spanning meer is, dan wordt de politiek een legpuzzel. En dat is het niet. Politiek gegrond op Gods Woord moet het handelen van de SGP bepalen en dat zal soms voor spanning zorgen.”