In totaal heeft ruim acht procent van de inwoners van het Alpenland vorig jaar te maken gehad met discriminatie op basis van geloofsovertuiging. Het is voor het eerst dat het OFS respondenten expliciet heeft gevraagd naar ervaringen met discriminatie.

Van de moslims gaf 35 procent aan in 2019 ten minste eenmaal te maken te hebben gehad met discriminatie op basis van het geloof. Onder aanhangers van ”andere godsdiensten dan christendom en islam” lag het percentage op 26 procent.

Van de evangelicale christenen kreeg ruim 16 procent te maken met discriminatie op bijvoorbeeld school of werk of in gesprekken met anderen.

Opvallend is ook dat de helft van de respondenten die aangeeft met discriminatie te maken te hebben gehad, onder de categorie ”jongeren tussen de 15 en 39 jaar” valt.

In vergelijking met de eerder genoemde cijfers geven relatief veel minder ”protestanten” en ”rooms-katholieken” aan te zijn gediscrimineerd vanwege hun religieuze overtuiging: respectievelijk 4,6 en 6,2 procent. Van de christenen uit ”overige groeperingen” kreeg 12,3 procent te maken met discriminatie.

Bidden

In het onderzoek –dat uitgevoerd werd onder ruim 13.000 inwoners van Zwitserland– gaf verder 55 procent aan minimaal een keer per jaar te bidden. Daarentegen gaf slechts 40 procent aan te geloven in God (in 2014 was dat nog 46 procent). Een derde van de kinderen onder de vijftien jaar is niet verbonden aan een religieuze stroming. In 2014 ging dat nog om een kwart van de kinderen.