Frans kabinet omarmt nieuwe wet tegen radicalisme
Het Franse kabinet nam woensdag een wet aan die moet helpen in de strijd tegen de radicale islam.
Er was de Franse regering woensdag veel aan gelegen een wetsontwerp „ter versterking van de Republikeinse waarden” positief te formuleren. „Dit wetsvoorstel is niet tegen religies gericht, noch tegen de islamitische religie in het bijzonder”, zei premier Jean Castex. „Het is daarentegen een wet van de vrijheid (…), een emanciperende wet tegenover religieus fundamentalisme.”
Het woord ”islam” of ”islamisme” komt in het wetsvoorstel niet voor, in een kennelijke poging verwijten van islamofobie te vermijden. De oorspronkelijke, negatieve, benaming „wet tegen het separatisme” sneuvelde bovendien.
Die omschrijving gaf de inzet echter goed weer. Bij een eerste aankondiging van het wetsvoorstel, begin oktober, verwees president Emmanuel Macron naar getto’s „waar de beloften van de Republiek niet zijn waargemaakt” en waar eigen, lees islamitische, regels gelden. Met zoveel woorden bond hij de strijd aan tegen het „radicaal islamisme.”
De nieuwe regelgeving moet de bestaande wet die de scheiding van kerk en staat (de laïcité) regelt uit 1905 „versterken.” Concreet betekent dit dat de overheid meer bevoegdheden krijgt om in te grijpen in religieuze organisaties en om haattaal op internet tegen te gaan. Daarnaast verbiedt de wet „clandestiene” scholen waar de islam wordt onderwezen en scherpt die de regels voor thuisonderwijs aan. Ook komt er meer toezicht op geldstromen vanuit het buitenland.
Protestantse kritiek
Voor de bedoelingen van de wet bestaat brede steun. Maar juist de algemene insteek maakt die ook vatbaar voor kritiek. De Franse krant Libération constateerde woensdag dat „katholieken, protestanten en joden nu in hetzelfde schuitje zitten als de islam.” De Federatie van Protestanten in Frankrijk (FPF) karakteriseerde het wetsontwerp woensdag in een ingezonden stuk in de krant Les Echos als „onaantrekkelijk voor de islam en beperkend en opdringerig voor het protestantisme.”
Zo zou de wet het functioneren van kerkelijke organisaties onnodig ingewikkeld maken, onder meer door een toename van het aantal administratieve verplichtingen. Fundamenteler raakt die echter aan de autonomie van de godsdiensten, aldus de FPF. De overheid zou te veel invloed willen uitoefenen op het interne functioneren van religieuze organisaties.
Onduidelijkheid bestaat over de impact van het voornemen om organisaties een verklaring te laten ondertekenen waarin ze zich committeren aan Republikeinse waarden. Christian Bouzy, als predikant verbonden aan een protestants project voor maatschappelijk werk in Lyon, vraagt zich in een blog bijvoorbeeld af zijn organisatie nog een Bijbelstudie of politiek debat kan houden, zonder subsidies te verliezen.
Daarnaast roept de bevoegdheid om gebedshuizen te sluiten in het geval die zich schuldig maken aan oproepen tot haat of aan discriminatie vragen op. Wat is de definitie daarvan, vraagt Libération zich af. Blijft de Rooms-Katholieke Kerk bijvoorbeeld ruimte houden zich te keren tegen abortus of het homohuwelijk?
Toch klinkt er vanuit religieuze hoek niet alleen kritiek. Opperrabbijn Haïm Korsia noemde de voorgestelde regels in Libération „duidelijk.”
Het gegeven dat de krant Le Monde de voorstellen eerder deze week typeerde als een overwinning van de voorvechters van de ”harde laïcité” helpt echter niet in de beeldvorming. De kerken in Frankrijk omarmen de laïcité, maar bepleiten juist altijd een open vorm, met ruimte voor religieuze uitingen in het openbare leven.