Kamer wil lessen trekken uit Black Friday-drukte
Hoe kan Nederland lessen trekken uit de drukte in de winkelstraten rond Black Friday, wil de Tweede Kamer weten. Leden van de oppositie en de coalitie stelden tijdens een debat over de coronamaatregelen op woensdag vragen over het voorkomen van drukte in de periode voor de kerst. PvdA-fractievoorzitter Lodewijk Asscher wilde weten hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat zulke drukte „nu met de kerstinkopen” zich niet herhaalt.
In de aanloop naar en op Black Friday (27 november) was het in veel binnensteden te druk. Volgens de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb hadden 25 burgemeesters in het Veiligheidsberaad destijds samen om extra maatregelen gevraagd. Maar het kabinet wilde daar niet aan, zei hij. Het kabinet zegt nooit een verzoek tot een verbod te hebben gekregen.
Het kabinet noemt de drukte in de winkelstraten vorige maand als een van de mogelijke redenen voor de stijging in het aantal besmettingen.
Woensdag wees de VVD op de verantwoordelijkheid van burgemeesters bij het reguleren van drukte in de winkelstraten. „Als je een burgemeester bent en je vindt het te ver gaan, dan grijp je in,” vindt Klaas Dijkhoff (VVD). „Daar heb je het kabinet niet voor nodig.” Dijkhoff erkent dat Nederland zichzelf „collectief een dagje uit” gunde. „Zo hebben we er een echte zwarte vrijdag van gemaakt.”
Pieter Heerma van het CDA wil weten wat voor afspraken het kabinet wil gaan maken met de detailhandel en gemeenten, om herhaling te voorkomen.