Tot onze zaligheid
Mattheüs 1:18
„De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit de Heilige Geest.”
De hogepriesters van het Oude Testament hebben eerst voor hun eigen zonden offeranden geofferd en daarna voor de zonden van het volk. Maar Jezus heeft Zichzelf geofferd; niet omdat Hij er voor Zichzelf behoefte aan had en ook niet als wedervergelding voor enige zonde die Hij zou hebben bedreven, maar Hij heeft betaald wat Hij niet schuldig was. Hij heeft Zich Borg voor ons gesteld. Dit wordt ons hier door Mattheüs verhaald, namelijk wat staat in dit artikel van ons geloof: dat Jezus Christus ontvangen is van de Heilige Geest. Wij hebben dat reeds gezien in het Evangelie naar Lukas, maar hier is er een bredere verklaring van. Want hierboven is gezegd dat de engel aan de maagd Maria heeft aangekondigd dat zij Gods Zoon zou ontvangen, Die de Verlosser van het volk moest worden. Maar nu wordt deze boodschap aan Jozef bevestigd. En dat geschiedt om ons te bevestigen wat wij nu reeds hebben gezien, opdat ons geloof daarin des te zekerder is. Want we hebben hier twee authentieke getuigen, Mattheüs en Lukas, die als met één mond erover spreken. Zo zien we dan enerzijds de maagd Maria, die verzekering ontving van de engel, en Jozef op zijn beurt ook. En God heeft hen besteld opdat wij des te voller zekerheid zouden hebben van hetgeen voor onze zaligheid vereist werd.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Preek over Mattheüs 1:18-21”)