Van leprooshuis tot stadsklooster
Aan de Vriesestraat in Dordrecht, net iets buiten het centrum van de stad, staat het oude Leprooshuis, een enorm gebouw, met een doolhof aan lange gangen, hoge ramen en een echte binnentuin. Het leprooshuis moet het nieuwe Stadsklooster worden.
Jan van ’t Hul
In een van de vertrekken op de eerste verdieping heeft Erwin Wietses zijn kantoor. Midden in de kamer staat een vierkante tafel, met vier bureaustoelen eromheen. Sinds 1 november heeft Wietses de sleutel van het vertrek.
Wietses (45 jaar, getrouwd, drie kinderen) noemt zichzelf het liefst pionier en missionair werker. Formeel is hij onder meer directeur van Vuur en Vlam, een interkerkelijke organisatie die in de St. Bonifatiuskerk in Dordrecht het project Bonfire exploiteerde. Bonfire is een initiatief van de Dordtse evangelisatiestichting Vuur en Vlam. Wietses organiseert graag community’s en retraites, waar deelnemers kunnen samenkomen om te eten, te bidden en om te wonen. In een van die community’s ontstond het idee van een nieuw klooster. Toen er ruimte beschikbaar kwam in het leprooshuis aan de Vriesestraat werd het plan gesmeed.
„Het leprooshuis behoorde vroeger tot de gemeente van de Grote Kerk van Dordrecht. De verplegers van de lepralijders heetten de ”Heilige Geest-meesters”. Dat inspireerde ons.”
Wat drijft u?
„Simpel. Jezus volgen. Hem gehoorzamen in datgene wat Hij van mij vraagt. Op mijn zeventiende heb ik besloten Hem te volgen en elke dag van mijn leven te doen wat Hij wil. Daarbij komt dat ik een echte ondernemer ben. Pionieren zit in mijn bloed, ondernemen zit in mijn DNA.”
Wat wilt u met een nieuw klooster?
„Iets betekenen voor geestelijke weduwen en wezen. Hun tijdelijk onderdak bieden, in de hoop dat ze bij ons de Vader mogen ontmoeten. Denk aan de verloren zoon. Toen hij tot zichzelf gekomen was, besloot hij terug te gaan naar huis, terug te keren tot zijn vader. Zo moet het met alle mensen gaan, we moeten terug naar huis, terug naar God, want Hij heeft ons gemaakt.”
Wietses ziet veel mensen die in deze wereld compleet verdwaald zijn. „Er is zo veel desoriëntatie, onzinnigheid en verwarring in de samenleving. Mensen hebben rust nodig, maar de onrust ligt op straat. Mensen zijn zo ver van de waarheid afgeraakt, zo ver van Jezus, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is. We worden opgejaagd door de sociale media, door de coronacrisis, door alle gedoe rond Black Lives Matter, door verkiezingen in Amerika en door Rusland dat weer raar doet, door aanslagen hier en dan weer daar. Om het minste of geringste vliegt weer ergens de vlam in de pan. Maar wie de Vader kent, hoeft van dat alles niet onrustig te worden.”
En voor verdwaalde mensen opent u een nieuw stadsklooster.
„Ik noem het ook een herberg, want mensen kunnen hier voor weinig geld een kamer huren. Dit moet een plek worden waar mensen thuis kunnen komen, waar bezinning, onderwijs en pastoraat een belangrijke plaats zullen hebben, waar we elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen bidden. Aan zo’n gastvrije plek is in deze verwarde tijd grote behoefte. En terwijl de mensen hier zijn, hopen we hen te kunnen vertellen over de ontmoeting met de Vader. We zien ernaar uit dat ze dan het roer in hun leven zullen omgooien.”
Hoe commercieel is dit klooster?
„In onze visie staan vier p’s centraal: ”profit”, ”people”, ”planet” en ”pneuma”. Ik wil er zijn voor de ”people”, voor de mensen, om door de ”Pneuma”, de Geest, de mensen tot de Vader te brengen, om Zijn stem te leren verstaan. Dat kan niet zonder de ”profit”. Zonder profit kan de tent niet draaien. Het klooster moet ruimte bieden aan veertig unieke bezoekers. Zoiets kost geld. Maar wij hoeven geen winst te maken. Hier wordt niemand rijker van.”
Welke plaats krijgt de Bijbel in het stadsklooster?
„In iedere kamer staan straks Bijbelteksten uitgeschreven, of teksten die geïnspireerd zijn door de Bijbel. Verdwaalde mensen worden door Woord en Geest teruggebracht bij de Vader. Wij geloven dat de Bijbel het Woord van God is, van a tot z, van kaft tot kaft. Maar mensen kennen de Bijbel niet meer, velen weten niet eens wat je ermee bedoelt. Er is nog veel werk te doen.”
Waar hoopt u op?
„Wij hebben ervaren dat God er naar uitziet dat er in Dordrecht verdwaalde mensen tot Hem komen, om bij Hem rust te vinden.’
Is dat bekering?
„Ik zou zeggen: omkering. Mensen die de weg kwijt zijn, moeten omgekeerd worden, zoals de verloren zoon. Hij werd omgekeerd en ging terug naar huis.”