‘85 procent winkelend publiek Maastricht zaterdag kwam uit Wallonië’
Van het winkelend publiek in Maastricht afgelopen zaterdag kwam 85 procent uit het Franstalige deel van België. Dat zei burgemeester Annemarie Penn-te Strake dinsdag. Penn zei dat op basis van de ervaringen van onder meer de zogenoemde hospitality guides en handhavers, evenals de informatie die haar bereikte vanuit de wachtrijen bij winkels. Penn heeft een brief geschreven aan de gouverneur van de provincie Luik met het verzoek mensen op te roepen niet in Maastricht te komen winkelen.
Penn wijst er in haar brief op dat de grensgemeentes in Zuid-Limburg erg in trek zijn bij inwoners uit de buurlanden, waaronder de regio Luik. „Hierdoor is het te druk in de winkelgebieden en dit vergroot de kans op verspreiding van het coronavirus”, schrijft ze. „Dat is een onwenselijke situatie. Ik verzoek u daarom in uw regio nogmaals onder de aandacht te brengen dat ondernemen van niet-essentiële reizen naar de regio Zuid-Limburg niet wenselijk is. Graag gaan we met u in overleg om te bespreken hoe we hier gezamenlijk in kunnen handelen.”
Maandag riep burgemeester Marino Keulen van de Belgische grensplaats Lanaken Maastricht op funshoppende Belgen op de bon te gooien wegens schending van de coronamaatregelen. Maar Penn ziet dat niet zitten. Ze zei dat daarvoor geen capaciteit is. Zo had zij afgelopen zondag slechts zes handhavers in de stad. „En dat is al meer dan normaal”, zei ze. „Het is heel onrechtvaardig als je er 20 van de 10.000 pakt. Daar gaat niet veel waarschuwende werking van uit.”
De stad gaat nu extra beveiligers inzetten, naast de boa’s en de zogenoemde hospitality guides. Deze gidsen zijn vriendelijk en uitnodigend, maar de beveiligers „staan er steviger met hun pakje aan”, aldus Penn. „Soms moet je een beetje meer je tanden laten zien, duidelijk maken dat dit niet kan”, zei ze sprekend over de te grote opeenhoping van mensen met name in de twee grote winkelstraten, de Kleine en de Grote Staat, in de Limburgse hoofdstad afgelopen weekend.
Verder zei Penn dat de meeste winkels een goed deurbeleid hebben en ook de drukte voor de deur op straat goed in de gaten houden. Maar ze vertelde ook, dat sommige winkelketens dat niet doen. „Die komen niet helpen buiten de deur”, en die ketens zouden daartoe „instructies van bovenaf” hebben gekregen, aldus Penn. Zij noemt zoiets onaanvaardbaar en heeft daarover maandagavond een punt gemaakt tijdens het beraad van burgemeesters. Om welke ketens het gaat wilde ze niet zeggen.