Muziek

Promovenda Lydia Vroegindeweij: Bach werkte mee aan revival van het lied van Luther

De troost die Luther in zijn leer en liederen verwoordt, vertolkt Bach 200 jaar later in zijn cantates. Speciaal tijdens zijn tweede jaar in Leipzig, in de cantatejaargang 1724-1725. Dan is er namelijk iets te vieren, ontdekte promovenda Lydia Vroegindeweij.

30 November 2020 11:16Gewijzigd op 9 December 2020 14:57
Lydia Vroegindeweij schreef een studie over de manier waarop de troostliederen van Luther verwerkt worden in de koraalcantates van Bach. „Misschien schreef Bach zelf de teksten van die cantates wel.” beeld RD, Anton Dommerholt
Lydia Vroegindeweij schreef een studie over de manier waarop de troostliederen van Luther verwerkt worden in de koraalcantates van Bach. „Misschien schreef Bach zelf de teksten van die cantates wel.” beeld RD, Anton Dommerholt

Het is in 1724 precies 200 jaar geleden dat Luthers eerste Wittenbergse gezangboek verschijnt: een verzameling Duitse liederen voor de eredienst. Met daarin onder andere Luthers eigen Psalm 130: ”Aus tiefer Not schrei ich zu Dir”.

Twee eeuwen later woedt er in luthers Duitsland een strijd om de liederfenis van de reformator. Zijn die gezangen van 200 jaar oud niet gedateerd? Inderdaad, zeggen piëtisten, er is behoefte aan nieuwe liederen. Nee, stellen orthodoxe lutheranen, die troostrijke liederen uit de Reformatietijd moeten ook in nieuwe gezangboeken weer terugkomen.

Als dan het jaar 1724 in zicht komt –het jubileumjaar van Luthers eerste bundel– zijn orthodox-lutherse liedkenners (hymnologen) er als de kippen bij. Op allerlei manieren brengen ze Luthers lied opnieuw onder de aandacht: er komen heruitgaven van de oorspronkelijke bundels en de gezangen worden besproken in liedcommentaren in tijdschriften, zodat de oude teksten beter begrepen worden.

Een jaar eerder is J. S. Bach in luthers Leipzig begonnen met zijn werk als cantor. De opdracht is onder andere om elke week voor de eredienst een cantate te verzorgen. Dat doet hij met verve. In de jaargang 1724-1725 zijn dat koraalcantates, waarbij de complete tekst van een luthers gezang leidraad is voor de muziek.

En laten dat in dat jubileumjaar nu precies ook allerlei liederen van Luther zijn. Waaronder in oktober 1724 ”Aus tiefer Not schrei ich zu Dir” (BWV 38). En laten er nu tegelijk allerlei lijntjes lopen van Bach naar de orthodox-lutherse hymnologen die zo druk zijn met Luthers lied, zoals Johann Christoph Olearius uit Arnstadt en Johann Martin Schamel uit Naumburg. En laten nu allerlei gedachten, woorden en beelden uit die gezangboekcommentaren terugkomen in de teksten van Bachs cantates.

Ontdekkingen

Dat zijn de grote ontdekkingen van Lydia Vroegindeweij (60) uit Leusden. De bevlogen uitgever, theoloog, motor achter de site Kerkliedwiki en bedenker van het educatieve project Orgelkids, zag de achterliggende jaren kans óók een proefschrift te schrijven. Onder leiding van prof. dr. Albert Clement verdiepte ze zich in het thema troost bij Luther en Bach. Dinsdag verdedigt ze haar dissertatie aan de Universiteit Utrecht.

In het Bachonderzoek is er natuurlijk al vaak naar die speciale jaargang koraalcantates uit 1724-1725 gekeken. Maar daarbij concentreerden onderzoekers zich vaak vooral op de relatie met de theologische boeken in Bachs bibliotheek. De link naar het Lutherjubileum en naar de hymnologische bronnen uit het begin van de 18e eeuw bleef echter onderbelicht, zegt Vroegindeweij.

Hoewel er helaas geen brief van Bach bewaard is waarin hij zich in de lopende kerklieddiscussie mengt, is de onderzoekster er vrij zeker van dat de Thomascantor met zijn cantatejaargang een bijdrage wilde leveren aan de revival van het lied van Luther.

In Bachs muziek is soms zelfs de uitleg uit een commentaar terug te horen, aldus Vroegindeweij. Ze noemt het lied ”Nimm von uns, Herr, du treuer Gott”, van een luthers dichter uit de 16e eeuw. Hymnoloog Schamel legt in zijn uitleg van dit lied een link naar drie stadsbranden in Naumburg. En wat valt op in Bachs cantate BWV 101 bij dit gezang? In een van de aria’s komen de vlammen terug en knettert het in de muziek. Vroegindeweij: „Het kan niet anders of Bach en zijn tekstdichter hebben dat commentaar van Schamel gekend.”

Wie de tekstdichter van de recitatieven en aria’s in al die koraalcantates is, is overigens in het onderzoek onbekend. Vroegindeweij heeft daar nog wel ideeën over. „Bachs naam staat op het titelblad van de muziek. Daar is in het onderzoek van gemaakt dat hij de componist is en dat de dichter onbekend is. Maar als je bedenkt dat Bach heel goed ingevoerd is in bijvoorbeeld zo’n lieduitleg van Schamel, dan is de stap heel klein naar de gedachte dat hij zélf die teksten heeft gemaakt. Dat kan ik nu niet hard maken. Maar in nieuw onderzoek zou er nog eens goed naar die teksten gekeken moeten worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer