Hoofdstad Eritrea weer door raketten uit Tigray getroffen
De Eritrese hoofdstad Asmara is dit weekend weer beschoten met raketten vanuit de Noord-Ethiopische regio Tigray, volgens Amerikaanse diplomaten in de stad. Het is de derde keer, sinds begin deze maand in Tigray de strijd losbarstte tussen federale troepen en strijders van het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF). De luchthaven van Asmara en militaire installaties zouden het doelwit zijn geweest.
Voor de eerste raketaanval heeft twee weken terug het TPLF de verantwoordelijkheid opgeëist, maar over de volgende twee aanvallen heeft het front zich niet uitgelaten. Volgens het TPLF helpt Eritrea de Ethiopische troepen. De autoriteiten in Eritrea hebben zoals gebruikelijk in het dictatoriaal geregeerde land niets laten weten. Het land is al sinds 1993 vrijwel van de buitenwereld afgesloten en geldt als ‘het Noord-Korea van Afrika’.
Zaterdag heeft de Ethiopische premier Abiy Ahmed gezegd dat de hoofdstad van Tigray is heroverd op de opstandelingen van het TPLF. Eritrea en het TPLF zijn bittere vijanden. Het Eritrese front was in Ethiopië als politieke partij 27 jaar aan de macht en raakte in de jaren 1998 - 2000 in een bloedige oorlog met Eritrea verwikkeld. Eritrea maakt aanspraken op grondgebied dat de Tigrayers niet willen afstaan. Premier Ahmed heeft beloofd die gebieden aan Eritrea over te dragen.
De oorlog tussen Ethiopië en Eritrea werd door Abiy Ahmed kort nadat hij de macht verwierf in 2018 officieel beëindigd. Hij kreeg er het jaar erop de Nobelprijs voor de Vrede voor. Het TPLF heeft in de hoofdstad Addis Abeba de macht verloren, maar het heeft de noordelijke regio, waar circa 6 procent van de ruim honderd miljoen Ethiopiërs woont, nog steeds als machtsbasis.