Inzendingen van lezers: buitengewone kunst
Een museum bezoeken is vanwege corona wat lastig momenteel, maar gelukkig valt er ook te genieten van kunst in de openbare ruimte. De oproep van de cultuurredactie om foto’s van zulke kunstwerken te maken en in te sturen is enthousiast opgepakt.
Zo’n 55 lezers uit het hele land stuurden een of meer foto’s toe. Sommigen doken in het archief, anderen gingen op pad om in de buurt of wat verder weg een geschikt kunstwerk op te zoeken en dat te fotograferen.
De opdracht is ruim geïnterpreteerd. Er waren er die een prachtige natuurfoto of een foto van een natuurverschijnsel maakten, met de verwijzing naar God als de grote Schepper-Kunstenaar. Anderen zagen kunst in het alledaagse: een peilschaal in een kademuur of een totaal verwaarloosde schutting. Enkelen stuurden een foto van zelfgemaakt buitenkunst of van buitenkunst in de privésfeer.
In een aantal gevallen hadden verschillende inzenders hetzelfde onderwerp gekozen. Zo kwam de beeldengroep bij Hoek van Holland van de zes Joodse kinderen van Frank Meisler vaker langs.
Uit alle inzendingen heeft de redactie een vijftal foto’s gekozen die op deze pagina zijn afgedrukt. Daarbij is onder meer gekeken naar de originaliteit van het onderwerp, de kwaliteit van de foto, het verhaal dat wordt verteld en de spreiding over het land. Een eventuele link met corona is positief gewaardeerd.
Deze keuze is natuurlijk tamelijk subjectief, en daarom zijn meer inzendingen te vinden op onze website.
Omdat ook een aantal kinderen meedeed, hebben we besloten als extra foto die van de 8-jarige Erik Duijster uit Zoetermeer te plaatsen. Gewoon omdat we het waarderen dat zij ook meededen.
Dit is de eerste aflevering van een driedelige serie over kunst in de openbare ruimte. Over veertien dagen deel 2.
Joodse kinderen
Bert Bokkers uit Den Haag fotografeerde de beeldengroep van zes Joodse kinderen die in Hoek van Holland staat. Het kunstwerk is gemaakt door de Israëlische kunstenaar Frank Meisler (1929-2018) en herinnert aan de kindertransporten die in de periode 1 december 1938 tot 1 september 1939 plaatshadden. Daarbij vonden zo’n 10.000 Joodse kinderen uit Duitsland, Tsjechoslowakije, Oostenrijk en Polen een veilig heenkomen in Engeland. Meisler maakte zelf ook deel uit van zo’n groep. Langs de hele route staan verschillende beeldengroepen die hij maakte ter herinnering aan de transporten. Bokkers: „We leven nu al zo heel lang in een vrij land en dit jaar mochten we herdenken 75 jaar geleden bevrijd te zijn. Wat een voorrechten mogen wij dan nog hebben, ondanks dat wij ook nu in een benauwde tijd leven. Een mens hunkert naar vrijheid. Die vrijheid is te verkrijgen door God onze Schepper. De reis van een mens voert naar een eeuwige bestemming. De vraag die dit kunstwerk bij mij oproept is dan ook: Waar zal uw en mijn eeuwige bestemming zijn? Mogen ook wij voor eeuwig in God geborgen zijn?”
Daklozen
Ellen van Heek uit Almelo legde het ”Monument voor de daklozen” naast de Almelose rechtbank vast, een bronzen matras op een bakstenen muurtje, gemaakt door de Nederlandse kunstenaar Marinus Boezem (1934). „Van een afstandje ziet het er heel uitnodigend uit, maar comfortabel ligt het niet”, licht Van Heek toe. „Het kunstwerk intrigeert me. Zo’n alledaags voorwerp dat als kunstwerk wordt tentoongesteld is humoristisch en een beetje vervreemdend. De titel maakt het minder grappig. Het doet me pijn om te zien hoeveel mensen in mijn stad op straat slapen. Het worden er steeds meer (ook jonge mensen). Twee weken terug hebben we met giften vanuit onze kerk en een tegemoetkoming van Sheltersuit Foundation een shelterbag (een slaapzak, die normaal in vluchtelingenkampen wordt gebruikt) gekocht voor een dakloze vrouw. Ze kan/wil niet naar de opvang en zo kan ze toch enigszins warm/comfortabel slapen. De shelterbag ligt overdag in het Huis van Lydia, een christelijk naaiatelier en inloophuis. Hier kan ze terecht voor koffie en een praatje en zo hoeft ze de bag niet de hele dag mee te sjouwen.
De foto is gemaakt na een regenbui. Het matras staat vol water, wat kenmerkend is voor de erbarmelijke omstandigheden waaronder de daklozen in de herfst/winter buiten moeten slapen. Op het matras lag een leeg colablikje: het symbool van the American dream en een ontspannen leven. Een droom die voor de daklozen in Almelo ver van hun bed is. Ik heb ervoor gekozen om dit in het kleurcontrast weer te geven.”
Fontein
Hindrik Sijens uit Leeuwarden fotografeerde het kunstwerk ”Love fountain” van de Spaanse beeldhouwer Jaume Plensa (1955) op het Stationsplein in Leeuwarden. Sijens: „De beelden zijn bijna 10 meter hoog en zijn heel wit. Ze laten daardoor iets van jeugdige onschuld, puurheid en reinheid zien. Ik heb voor deze foto gekozen voor zwart-wit en een bewerking waardoor ook grijstonen op de beelden zichtbaar worden, omdat in deze bedeling niets volkomen puur en rein is. Ook de donker getinte wolken stralen dat uit.”
Sprookjesbeelden
Bert van Toor uit Den Haag pakte de fiets om de sprookjesbeelden van de Amerikaanse kunstenaar Tom Otterness (1952) op de boulevard in Scheveningen in beeld te brengen. „Ik nam me voor om een beeld te kiezen dat iets weergeeft van het sociale isolement vanwege de intelligente lockdown tijdens de coronacrisis. De sprookjesbeelden gaven me voldoende mogelijkheden om een passend beeld te kiezen. De keuze voor mijn onderwerp is gevallen op de kooi met Hans en (in tegenstelling tot in het oorspronkelijke verhaal) Grietje, in klein formaat. Ernaast staat een kooi met Hans en Grietje kooivullend. Deze foto is genomen binnen in de kooi, tussen de spijlen door. Daardoor krijg je een goede indruk van de emotionele gesteldheid van de personen in de kooi. Het beeld bestaat uit spijlen die ver uit elkaar staan, Hans en Grietje kunnen er gemakkelijk uit. Het is een mooi beeld van de situatie tijdens de intelligente lockdown. Aan de andere kant is duidelijk dat Hans, net als Grietje, het er moeilijk mee heeft en dat Grietje haar best doet Hans moed in te spreken. Dit beeld geeft een indruk van wat het sociale isolement tijdens de lockdown kan doen met mensen.”
Beeldentuin
Mieneke van Hattem uit Apeldoorn fotografeerde dit „práchtige setje van vijf” in de beeldentuin van de belastingdienst aan de J. F. Kennedylaan in Apeldoorn. Maker is Stefan Strauss (Duitsland, 1957), die de beelden maakte in opdracht van de belastingdienst Zaandam. „Als ik vanuit mijn woning naar het Apeldoornse park Berg en Bos wandel of fiets kom ik erlangs, als ik tenminste een omweg maak. Het ligt er eigenlijk nog maar kort, vijf jaar. De laatste tijd viel m’n oog er wat vaker op. Ik ben er eens naartoe gelopen, heb gekeken, geroken en gevoeld. Het is prachtig zwart en glad én massief. Ik denk niet dat je bang hoeft te zijn dat het gestolen wordt. Zelf houd ik niet van betonkleur en -structuur. Maar dít is mooi, alles is glad en rond en donker van kleur. De onderdelen lijken kriskras door elkaar te liggen, maar vanaf deze kant vind ik ze het mooiste omdat je zó in de hoorn kunt kijken en de draaiende vorm naar achteren mooi kunt zien. Ik zie er regelmatig jongelui. Die gaan dan in die hoorn zitten. De attributen refereren aan een tollenaar, ze zijn dus belastinggerelateerd: ganzenveer, inktpot, vloeistempel, lakstempel en een hoorn.”
Aardappelmannetjes
De 8-jarige Erik Duijster uit Zoetermeer legde met zijn eigen camera ”De aardappelmannetjes” van de Nederlandse kunstenaar Joost van den Toorn (1954) vast. Het beeld staat tussen het busstation en het winkelcentrum van Zoetermeer. Vroeger was dit een aardappelveld. Erik: „Ik vind ”De aardappelmannetjes” wel grappig!”