Waar komt wantrouwen tegen pers vandaan?
Gevestigde media, zoals de NOS, liggen onder vuur. Menigeen neemt zijn toevlucht tot dubieuze theorieën over de coronapandemie. Waar komt het wantrouwen tegen de reguliere pers vandaan? En hoe terecht is die scepsis?
Zijn ogen spugen vuur. De NOS? Daar moet een passant in Tubbergen niks van hebben. De omroep maakt de burgerij, in navolging van de regering, in deze coronatijd onnodig bang, vindt de man uit Rijssen. Overdrijf de pandemie niet, vindt hij. „De doden liggen hier niet op straat.” Als de Rijssenaar wordt tegengeworpen dat de NOS ruimte geeft aan kritiek op het regeringsbeleid, schudt de man zijn hoofd. „Die kritische geluiden worden snel afgekapt.”
De zeventiger staat niet alleen in zijn kritiek op de NOS. De nationale (door de belastingbetaler gefinancierde) omroep ligt de laatste tijd vaker onder vuur.
Ook in de achterban van het Reformatorisch Dagblad leeft nogal wat argwaan jegens media. Die zouden tijdens de coronapandemie de overheid en het RIVM te klakkeloos volgen. Uit een recente RD-lezersenquête bleek dat de helft van de ondervraagden de opstelling van de media laakt. Ook het RD krijgt ervan langs. Zo’n 30 procent vindt dat het RD te veel aan de leiband van overheid en RIVM loopt.
Boerendemonstratie
Het voortdurend afbranden van media, met name de NOS, leidt tot zorgelijke toestanden. Elsevier Weekblad beschreef recent uitgebreid hoe NOS-verslaggevers worden uitgescholden of belaagd tijdens betogingen. „NOS Fake news!” (nepnieuws), kreeg een NOS-journalist tijdens een boerendemonstratie continu naar zijn hoofd geslingerd. In 2017 belaagden Turkse demonstranten in Rotterdam een NOS-verslaggever.
De omroep besloot in oktober uit veiligheidsoverwegingen NOS-logo’s van hun voertuigen te halen. In politiek Den Haag klonken verontruste reacties. „Handen af van onze pers”, reageerde minister Slob (Mediazaken).
Intussen vinden complottheorieën bij nogal wat mensen weerklank. Er lijkt de nodige belangstelling te bestaan voor het in augustus gelanceerde blad Gezond Verstand (zie ”Dagbladen bedrijven stinkende journalistiek”) en geestverwant De Andere Krant.
Meubelmaker
Waarom heeft voor nogal wat Nederlanders de reguliere pers, ook mainstreammedia genoemd, kennelijk afgedaan? En hoe moet je de aantrekkingskracht van complotbladen duiden?
Het wantrouwen richting gangbare media en wetenschappers heeft alles te maken met de „emancipatie van de gewone man”, reageert mediakenner prof. dr. Henri Beunders, hoogleraar ontwikkelingen in de publieke opinie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
„De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens maakt ons wijs dat we allen gelijk zijn. Dus iedereen met een smartphone denkt dat hij overal over kan meepraten. Mensen met eerbiedwaardige beroepen als meubelmaker en loodgieter zeggen: „Waarom zou ik tijdens de coronapandemie naar een expert moeten luisteren en hij niet naar mij? Wetenschap is ook maar een mening.””
Daarmee is het verhaal echter nog niet af. Want in crisistijden blijkt de zich op internet suf zoekende geëmancipeerde burger toch niet zo zeker van zijn zaak. En wordt hij nogal eens in de armen gedreven van complotdenkers. „Die burger raakt in verwarring van alle brokken informatie”, betoogt Beunders. „Over Bill Gates die een chip in een vaccin zou stoppen en wereldheerschappij wil vestigen. Over Elon Musk die naar Mars wil reizen. Over fraude bij Amerikaanse verkiezingen.
De naar houvast zoekende burger begrijpt het allemaal niet precies. Hij wil daarom een allesomvattend verhaal. Dan komen complotdenkers in de hoek van bijvoorbeeld QAnon in beeld. Aanhangers van die beweging beweren bijvoorbeeld dat ergens in een kelder in Washington hoge politici zoals Hillary Clinton martelkamers ten gunste van pedofielen hebben ingericht.”
De kennelijk oplaaiende aversie tegen gevestigde media kan ook voortkomen uit „wrokkigheid”, vermoedt Beunders. Het zijn nogal eens vroegere verslaggevers van landelijke kranten die dubieuze theorieën rondstrooien. Die jaloezie jegens mainstreammedia waart ook rond onder burgers die via hun blogs Nederlanders het ware verhaal denken voor te schotelen. „Zo’n blogger merkt dan dat zijn verhaal vooral wordt gelezen door hemzelf en zijn moeder. Terwijl intussen de verguisde NOS en andere bekritiseerde landelijke kranten door miljoenen mensen worden gevolgd. Die wetenschap versterkt de wrok van de bloggers.”
Etalage
Onbehagen in de samenleving leidt tot verdachtmakingen aan het adres van gevestigde media, zegt mr. drs. Timon Ramaker, media-ethicus aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). „Veel burgers ervaren de nadelen van het neoliberalisme. Ze zien dat marktwerking leidt tot bijvoorbeeld een kaalslag in die zorg. Dat maakt mensen wantrouwig. Ze zoeken dan een zondebok. Die kunnen ze vinden in media.”
Zorgwekkend is dat complotbladen kennelijk scoren, stelt Ramaker. „In onzekere tijden hebben mensen de behoefte om grip te hebben op de gebeurtenissen. Dus zoeken ze naar eenvoudige theorieën die hen rust geven. Terwijl ze de hen aangereikte informatie vaak niet kritisch toetsen.”
Het recent gelanceerde complotblad Gezond Verstand ligt in de schappen van een reguliere boekhandel als Bruna. Wat vindt Ramaker daarvan? „Zolang zo’n blad niet oproept tot geweld, mag zo’n krant daar liggen. Ik zou het blad niet prominent in mijn etalage leggen. Ik kan me goed voorstellen dat winkeleigenaren het zelfs weigeren te verkopen.”
Frustraties
Waarom is met name de NOS de gebeten hond, bijvoorbeeld tijdens demonstraties van boeren? Beunders: „De overheid bekostigt de NOS. Dus zien veel mensen de NOS als een staatsomroep. Als boze boeren met tractors naar Den Haag komen, maar daar overheidsfunctionarissen niet kunnen spreken, reageren ze hun frustraties maar af op de NOS. Alsof die omroep een verlengstuk van de overheid zou zijn.”
De NOS hangt aan de staatsruif, pas op je tellen. Dat bazuinen PVV-leider Wilders en FVD-voorman Baudet nogal eens rond. In Amerika verwijt Donald Trump mainstreammedia dat ze leugens verspreiden. Versterkt deze stemmingmakerij argwaan onder burgers jegens de traditionele pers?
Jazeker, vindt Beunders. „Als Wilders en Baudet de reguliere media voortdurend vereenzelvigen met nepnieuws of als ze de NOS een staatsomroep noemen, leidt dat tot radicalisering van hun achterban. Mensen gaan dan in brievenbussen pissen, dreigbrieven versturen of NOS-voertuigen belagen. Dat is kwalijk.”
CHE-docent Ramaker, die werkt aan een promotie over transparantie en reflectie op het eigen functioneren in de journalistiek, heeft soortgelijke zorgen. „Iemand als Wilders voedt wantrouwen in de rechterlijke macht en media. Op een gegeven moment gaan veel burgers ook echt geloven dat er iets grondig mis is met die instituties. Dat is zorgelijk. Maar het helpt ons niet verder om voortdurend rechtspraak en journalistiek als grote boosdoeners aan te wijzen. Kritisch zijn mag. De NOS en ook rechters maken fouten. Het blijft mensenwerk. Maar over het algemeen mogen we blij zijn met die instituties.”
Plofkip
De NOS en andere media moeten zich ervan bewust zijn dat gebruik van bepaalde kwalificaties en van beeldmateriaal nauw luistert, geeft Beunders aan. „Zeker in crisistijden komt het erop aan dat media hun woorden zorgvuldig kiezen. Vergelijk het met een kamer vol visite waar een gespannen sfeer hangt. Als iemand dan maar even zijn wenkbrauwen fronst, kan dat al tot een conflict leiden. Boeren waren boos dat de NOS ooit sprak over genetische manipulatie in plaats van genetische modificatie. Ook een woord als plofkip ligt gevoelig. Een omroep als de NOS moet beseffen dat de keuze van foto’s bij een verhaal iets zegt. Redacteuren zijn toch vaak linkser en progressiever dan veel burgers. Die journalisten kunnen geneigd zijn bij een item over stikstofproblematiek een plaatje te kiezen waar een actie van Greenpeace goed uit de verf komt.”
Media in Nederland spelen in de coronacrisis een „dubieuze rol”, stelde prof. dr. Ira Helsloot, hoogleraar besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit, recent in de Volkskrant. Helsloot vindt dat media te veel op zoek zijn naar sensatieverhalen. „Die ene jonge verpleegkundige die wel overlijdt aan het virus staat meteen in alle kranten – zonder enige context dat het extreem uitzonderlijk is dat zoiets gebeurt bij iemand van die leeftijd.” Heeft Helsloot een punt?
Beunders kan zich best wat voorstellen bij Helsloots frustraties. „Media spelen vaak kluitjesvoetbal. Veel media springen in onze emotiecultuur op verhalen over persoonlijk leed. Daardoor kan een eenzijdig beeld ontstaan over de impact van de coronapandemie.”
Media moeten overheden kritisch volgen, benadrukt Ramaker. „Misschien zijn journalisten in het voorjaar, bij het begin van de pandemie, te veel achter het RIVM aangelopen. Maar ik kan me ook wel voorstellen dat verslaggevers in zo’n onzekere periode vooral virologen een podium geven. Later in het jaar stelden media ook meer de vraag of het middel van een lockdown niet erger is dan de kwaal.”
Predikant
Hoe het vertrouwen in de reguliere media te vergroten dan wel terug te winnen? Organiseer een lange tv-avond waarin tal van verschillende deskundigen en ‘gewone mensen’ hun zegje kunnen doen over de coronacrisis, stelt Beunders voor. Vlak voor de tweede golf presenteerde hij dat plan aan het ministerie van Volksgezondheid. „Je kunt complottheorieën negeren, belachelijk maken, tegenspreken, maar het best is om zelf een beter verhaal te presenteren. Belicht de pandemie van verschillende kanten. Zet een medisch specialist aan tafel, maar ook een aannemer, een predikant of pastoor en iemand die iets kan vertellen over eenzaamheid onder ouderen. Geef al die mensen voldoende tijd. Zorg dat tussen hen een diepgaand gesprek ontstaat dat licht brengt in plaats van duisternis en conflict. Probeer ook het verschil duidelijk te maken tussen geloof en wetenschap, zekerheid en waarschijnlijkheid.”
Willen media het vertrouwen van de burgerij winnen dan wel versterken, dan is openheid cruciaal, betoogt CHE-docent Ramaker. „Wees transparant. Waarom maak je een artikel of uitzending? Welke bronnen gebruik je daarvoor? Gelukkig maken nu bijvoorbeeld kranten al podcasts waarin journalisten dat soort vragen beantwoorden.”
Het is raadzaam als journalisten hun eigen producties kritisch blijven bezien. „Journalistiek werk is vaak hectisch. Neem daarom af en toe de tijd om te reflecteren op je werkwijze. Ik geloof dat in dit argwanende klimaat journalisten hun publiek veel meer gaan uitleggen wat de rol van journalistiek is en hoe journalistiek werkt.”
Onlangs legde de NOS zijn eigen werk gedurende de eerste maanden van de coronapandemie onder de loep. De NOS-redacteuren stonden hun mannetje, al had de stille coronaramp in verpleeghuizen meer aandacht moeten krijgen, concludeerde ombudsman Margo Smit van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Ze waarschuwde dat journalisten zich niet moeten laten meesleuren door gewiekste pr-functionarissen. „Deze crisis laat nog eens zien dat je heel goed bij de les moet blijven als je wilt voorkomen dat de hardste stem of handigste Harry altijd aandacht krijgt.”
Professioneel
De NOS mag onder vuur liggen, maar hoeft niet in zak en as te zitten. Miljoenen Nederlanders stemmen nog altijd af op de omroep, zeggen Beunders en Ramaker. Ramaker: „De focus ligt vaak op wat de NOS niet goed zou doen. Terwijl die omroep doorgaans professioneel werk levert.”
Beunders: „In tijden van onzekerheid hebben mensen nog altijd best veel vertrouwen in de NOS. Persconferenties van Rutte en De Jonge worden via die omroep massaal bekeken. Als het erop aankomt, voelen burgers zich toch vaak kleine, nietige wezentjes die de overheid nodig hebben.”
Serie complottenDit is het tiende deel in een serie over complotten met betrekking tot corona. Woensdag deel 11: Houdt de overheid haar burgers met een mondkapjesplicht voor het lapje?
„Dagbladen bedrijven stinkende journalistiek”Karel van Wolferen, hoofdredacteur van het omstreden nieuwe blad Gezond Verstand, veegt de vloer aan met de gevestigde pers. Nederlandse kranten bedrijven „stinkende” journalistiek, fulmineerde de zeventiger eerder dit jaar in een interview op het hem welgezinde platform Café Weltschmerz. De BBC is verworden tot een „megafoon die alle onzin van de Britse overheid verspreidt.”
In zijn optiek willen „miljardairs” de wereldcontrole veroveren. Bill Gates is een „heel merkwaardig en gevaarlijk figuur die lijdt aan grootheidswaanzin.” Gates is volgens hem een belangrijke motor achter de coronapandemie, door Van Wolferen een „schijnpandemie” genoemd. De farmaceutische industrie is „tot op het merg gecorrumpeerd.” Het RIVM, waar „kwakzalvers” werken, zit in een complot waarin grote financiële instellingen en farmaceutische bedrijven de dienst uitmaken, meent hij. De „verplichte anderhalve meter” noemt Van Wolferen „krankzinnig.” Grootschalige vaccinatie is „een kolossaal gevaar.”
Van Wolferen, voorheen Japan-correspondent voor NRC Handelsblad en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, heeft op internet een schare fans. „Dank je wel, Karel, dat je ons bevrijdt van de krankzinnigheid die ons door de strot gedouwd wordt”, prijst een van zijn volgelingen hem.
Opmerkelijk is dat Van Wolferen enkele maanden geleden zei dat „burgerlijke ongehoorzaamheid waarschijnlijk het enige redmiddel is” om de huidige „kunstmatig tot stand gekomen wereldpaniek” te beteugelen. Hij vertelde dat in een interview in de Blue Tiger Studio van de Groningse uitgeverij De Blauwe Tijger. Die legt net als Café Weltschmerz de rode loper uit voor Van Wolferen. Beide platforms moedigen kijkers aan diens blad te lezen.
Recent waarschuwde terreurbestrijder Pieter-Jaap Aalbersberg voor de „ultraconservatieve” uitgeverij De Blauwe Tijger. Drijvende kracht Tom Zwitser achter de uitgever noemde die waarschuwing tegenover het Reformatorisch Dagblad „heel intimiderend.”
In min of meer hetzelfde vaarwater van Gezond Verstand zit De Andere Krant.