Ministerie wil door met ondersteuning voor vertrek asielzoekers
Het ministerie van Justitie en Veiligheid gaat door met het subsidiëren van projecten die uitgeprocedeerde asielzoekers moeten stimuleren terug te keren naar hun thuisland. Hoewel uit onderzoek blijkt dat de projecten in absolute aantallen niet heel veel opleveren, ziet staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) toch genoeg positieve resultaten om ermee door te gaan.
De subsidieregeling Ondersteuning Zelfstandig Vertrek (OZV) kwam begin dit jaar onder vuur te liggen na onderzoek van Nieuwsuur. Volgens het programma keren er maar weinig deelnemers aan de projecten terug en is moeilijk na te gaan of de mensen die wél terugkeren dat doen dankzij de trainingen.
Onderzoekers keken naar 17 projecten, waarbij de deelnemers bijvoorbeeld vaktrainingen krijgen. In totaal keerden 560 mensen (45 procent van alle deelnemers) uiteindelijk terug naar het land van herkomst. De onderzoekers die de regeling evalueerden, vinden dit een „relatief geringe kwantitatieve meerwaarde”, maar in een brief aan de Tweede Kamer noemt Broekers-Knol het toch een „behoorlijk” resultaat dat „bijna de helft van het aantal deelnemers daadwerkelijk vertrekt”.
De onderzoekers zien andere voordelen. Zo is het draagvlak voor terugkeer gegroeid, stellen zij. Bij maatschappelijke organisaties is het thema „een minder groot taboe” geworden. De samenwerking met de Dienst Terugkeer en Vertrek is daarnaast verbeterd. Ook blijven de gemiddelde kosten, met ruim 5500 euro per migrant, binnen de gestelde perken.
Organisaties afrekenen op het aantal migranten dat daadwerkelijk terugkeert, wordt „vrijwel unaniem als onwenselijk beschouwd”, stellen de onderzoekers. „Een ngo kan alles in het werk hebben gesteld om vrijwillig vertrek van een migrant te ondersteunen. Zij heeft echter geen invloed op het daadwerkelijke vertrek van de migrant.”
CDA en VVD vroegen de staatssecretaris eerder dit jaar wel wat ze wil doen om te zorgen dat de projecten „toetsbaar worden op daadwerkelijke terugkeer en ook dan alleen in aanmerking voor subsidie komen”. VVD-Kamerlid Bente Becker laat weten nog steeds „meer sturing op vertrek” in de regeling te willen.
Broekers spreekt zich in haar brief niet expliciet uit over een zogenoemde resultaatverplichting. „Ik besef dat het realiseren van terugkeer uitermate weerbarstig is. Dat niet ieder gesprek met een vreemdeling (gelijk) leidt tot terugkeer begrijp ik ook goed”, schrijft ze.