Het gerechtshof in Leeuwarden veroordeelde Marianne van E. eind 1998 tot zes jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Rond de kerstdagen van 1997 werden de lichamen van twee mannen opgegraven in de tuin van pension Het Station in Anjum.

Het hof in Arnhem concludeerde maandag dat er nog steeds gevaar bestaat dat Van E. de misdrijven waarvoor ze is veroordeeld, opnieuw kan gaan plegen als ze vrij komt. Door haar hardnekkige ontkenning van de misdrijven is de analyse en de behandeling van de vrouw nog nauwelijks op gang gekomen, meent het hof. Het rechtscollege sluit zich aan bij het verlengingsadvies van 25 september 2003, dat meldde dat de kans op herhaling bij Van E. nog „onverminderd hoog is”.

De vondst van de twee slachtoffers baarde veel opzien tijdens de kerstdagen van 1997. Lange tijd twijfelde de politie of er nog meer lichamen lagen verborgen. Er werden zelfs twee F16’s met speciale infraroodapparatuur ingezet om het gebied rond het pension van Van E. daarvoor te onderzoeken.

Slachtoffers waren de toen 38–jarige Hermanus Sonnemans en de 26–jarige Louw de Jong. Sonnemans zou nog hebben geleefd toen hij werd begraven.

Het 38–jarige slachtoffer was een goede bekende van Van der E. Op de avond van zijn dood was hij zo dronken dat de pensionhoudster besloot dat hij zijn roes maar in de auto moest uitslapen. Enige tijd later reed de handlanger van Van der E., P. H., met Sonnemans in de auto naar het terrein achter het pension om hem daar in een caravan te leggen. In plaats daarvan beval Van der E. aan H. de dronken man naar een kuil te brengen, die het slachtoffer eerder op de dag zelf had gegraven. Nadat de pensionhoudster Sonnemans een aantal slagen met een mokerhamer had gegeven, gooiden zij en H. het lichaam in de kuil.

Van der E. is ook veroordeeld voor het inslaan van de hersens van het tweede slachtoffer Louw de jong. Ze deed dat volgens het hof in Leeuwarden met een moker.