Dr. Jan Bank: Meer evenwicht nodig in verklaring PKN
Goed dat de kerken met een verklaring zijn gekomen, maar die had wel evenwichtiger moeten zijn, vindt dr. Jan Bank, emeritus hoogleraar vaderlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
„Er is terechte kritiek op de houding van de kerken in de perioden dat Nederland vrij was”, zegt de auteur van het boek ”God in de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945”. „Toen Joden na de Kristallnacht in november 1938 op de vlucht sloegen, reageerden de confessionele partijen en ook de kerken in Nederland afwerend. Na de bevrijding wilde men Joodse kinderen in het christelijk pleeggezin houden, zeker de ruim tweeduizend kinderen van wie beide ouders niet meer leefden. Die kinderen wilden zelf soms ook blijven, want het pleeggezin was hen vertrouwd. De kerken hadden meer moeten meewerken aan terugkeer van de kinderen naar hun familie.”
Minder terecht vindt Bank de schuldbelijdenis over de oorlogsjaren. „Er is wel degelijk geprotesteerd, ook vanaf de kansel, zowel individueel als gezamenlijk. Daar gaat de verklaring te makkelijk overheen. Veel protestanten hebben zich ook ingezet voor het onderbrengen van onderduikers en het organiseren van voedselbonnen voor hen. De calvinistische bijdrage aan het verzet komt in deze verklaring niet goed uit de verf.”