Tegen je zestigste gaan de jaren tellen
Als het gaat om de discussie over langer doorwerken en de ideale AOW-datum, dan blijkt de leeftijd van zestig jaar een belangrijk kantelpunt. Voorbeelden uit mijn kennissenkring onderstrepen dat.
Mensen uit mijn geboortejaar worden geacht door te werken tot ze minimaal 67 jaar zijn. Dat valt op zich nog mee, want in al mijn berekeningen ben ik altijd uitgegaan van 68 jaar. Feit is dat ik pas over acht jaar voor het eerst AOW ontvang, terwijl ik nu al niet veel meer werkzaamheden verricht dan het schrijven van deze ene column.
De kans bestaat weliswaar dat ik dit najaar aan een nieuw boek begin, maar dat doe ik alleen als ik inspiratie heb en mijn uitgever er brood in ziet.
In een van mijn eerdere columns noteerde ik al dat je betaald werk met wat kwade wil kunt definiëren als het verkopen van je vrije tijd in ruil voor geld. Een fysiotherapeut uit mijn kennissenkring maakte mij er toen op attent dat je zwaar werk boven het vijftigste levensjaar zelfs kunt beschouwen als het verkopen van je gezondheid in ruil voor geld.
Deze constatering kreeg een verrassend staartje, toen ik vernam dat diezelfde fysiotherapeut onlangs is getroffen door een tia. Hoewel de artsen bij een nacontrole geen aanwijsbare oorzaken konden vinden, beschouwt hij deze stressvolle episode als een laatste waarschuwing en het bijbehorende herstel als een tweede kans. Met nog acht jaar voor de boeg tot de AOW-datum moet het roer om wil hij die datum in goede gezondheid halen.
Gedwongen thuis
Rond dezelfde tijd kreeg ik een leeftijdgenoot aan de lijn die tot voor kort zo hard werkte dat hij bijna geen doordeweekse avond thuis was. Door de intelligente lockdown was de balans in zijn leven echter zoek.
De activiteiten die hij vol energie naast zijn werk verrichtte, vielen in één klap weg en zijn baan verloor zijn aantrekkingskracht door het gedwongen thuiswerken. Hij zat er zo doorheen dat hij al had laten doorrekenen hoeveel aanvullend pensioen hij zou mislopen als hij morgen zou stoppen.
Nog treffender is het voorbeeld van de 57-jarige ondernemer die het vage voornemen had op zijn zestigste te stoppen met werken en nu opeens had besloten om de handdoek al op 1 januari aanstaande in de ring te gooien.
Hoewel hij nog slechts een paar maanden voor de boeg heeft, zei hij bijna niet te kunnen wachten. Pas later hoorde ik dat hij de laatste maanden kampte met ernstige stressgerelateerde gezondheidsklachten.
Katalysator
Zo lijkt het wel alsof de coronacrisis niet alleen een katalysator is, maar ook een soort centrifuge die onderliggende onvrede aanzwengelt en veranderingen versnelt. Voor een deel is dat psychologisch, want al deze mensen zitten in een leeftijdsfase waarin je voorheen met een riante regeling in de VUT kon.
Tegelijk drukt het naderen van het zestigste levensjaar werkende mensen met hun neus op de feiten. Je kunt zelf jarenlang voorhouden dat je van middelbare leeftijd bent of in de kracht van je leven, maar in werkelijkheid gaan de jaren gaan tellen. Zo kan het gebeuren dat je jaren voor je officiële pensioendatum al het gevoel hebt dat je aan pensioen toe bent.
De auteur is publicist. Reageren? hormann@refdag.nl