„Crisis toont tekort liberalisme”
De coronacrisis heeft opnieuw de tekortkomingen van het liberalisme aan het licht gebracht.
Dat zei zorgminister en CDA-vicepremier Hugo de Jonge zondag in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed. Hij sprak daar de Abel Herzberglezing uit; jaarlijks georganiseerd door De Rode Hoed en dagblad Trouw, om zo de herinnering levend te houden aan de joodse schrijver-jurist.
Zwakke plekken die door de crisis aan het licht kwamen, zijn volgens de bewindsman de onstuimige groei van het aantal flex-contracten op de arbeidsmarkt. „Flexwerkers werden het hardst geraakt.” De markt voor persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers ontwikkelde zich tijdens de crisis tot een „wereldwijde vechtmarkt.” In de zorg bleek regie voeren als gevolg van het „doorgeschoten marktdenken” uitermate lastig te zijn.
Tegenover de liberale maatschappij plaatste De Jonge het beeld van een solidaire samenleving, waarin onderlinge lotsverbondenheid juist de boventoon voert. Hij verwees onder meer naar de kampervaringen van Herzberg in Bergen-Belsen. „Zelfs daar, in de donkerte, bleven mensen voor elkaar zorgen. Kennelijk is dat de kern van ons mens-zijn”, stelde de bewindsman vast.
Het liberalisme heeft helaas dermate huisgehouden dat veel burgers, ondanks de onderlinge lotsverbondenheid in de eerste coronamaanden juist een totaal gebrek aan onderlinge solidariteit ervaren, analyseerde De Jonge. Zo kwam hij uit bij de maatschappelijke onvrede over onder meer het coronabeleid. „De instituties die eeuwenlang bescherming boden tegen onzekerheid, zoals gezin, maatschappelijk middenveld en kerk, hebben aan invloed verloren. Daarom richt alle onzekerheid zich op de overheid, maar dat is alleen maar een recept voor nog meer onvrede”, zei hij.
De Jonge ontvangt dezer dagen „een enorme bak” aan haatreacties. Hij citeerde uit een mail: „Ik vind u, meneer De Jonge, een stuk gevaarlijker dan het virus. Het valt me mee dat u nog niet hebt voorgesteld iedere positief geteste persoon voor twee weken een jodenster te laten dragen.”
Als CDA-partijleider wil De Jonge de zorgen van burgers nog beter horen, zien en begrijpen. Het CDA staat voor de politiek van het midden en wil „naar een nieuwe samenlevingsagenda, een nieuwe balans tussen markt, overheid en samenleving.” De Jonge zei ook dat het CDA het gebrek aan grip op migratie moet durven agenderen „als een belangrijke bron van onzekerheid en polarisatie waardoor de onderlinge solidariteit onder druk is komen staan.”