Vaccinaties uiting van maakbaarheidsgeloof
Een vaccin lijkt de belangrijkste voorzorgsmaatregel tegen het coronavirus (RD 22-6). In onze houding hiertegenover moeten de geesten echter beproefd worden. Welke gedachten biedt de Bijbel over dit onderwerp?
Er is een geestelijke strijd gaande. „We hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar (…) tegen de geweldhebbers van de wereld der duisternis dezer eeuw” (Efeze 6:12). Het grote belang dat ‘de wereld’ aan vaccinaties hecht, moet ons voorzichtig maken: welk belang heeft de wereld (en de duivel) bij vaccins?
Vanwege de tegenstrijdige opvattingen kan de wetenschap geen betrouwbare gids zijn in het beproeven en onderscheiden van de geesten. Laten we in Gods Woord op zoek gaan (Johannes 14:6). Deze discussie gaat niet over het coronavaccin alleen, maar over het verschijnsel vaccineren in de volle breedte.
Het eerste en belangrijkste argument tegen vaccineren is het geloof in Gods voorzienigheid, die gaat over leven en dood, „gezondheid en krankheid” (Heidelbergse Catechismus, Zondag 10). Hierbij is het gebruik van (genees)middelen ingesloten. De ‘reclame’ voor vaccinatie geeft echter aan dat een bepaalde ziekte hierdoor voorkomen wordt. Hiermee grijpen we vooruit op Gods voorzienigheid en proberen we in eigen kracht te voorkomen dat ons in de toekomst iets overkomt.
Mogen en moeten we niet onze voorzorgsmaatregelen nemen? Volgens Deuteronomium 22:8, Nehemia 2:9 en Filippenzen 2:12-13 is voorzorgsmaatregelen nemen goed en Bijbels. De volgende vraag is of élke voorzorgsmaatregel geoorloofd is. Laten we dit onderzoeken.
Vertrouwen
In de Bijbel staan over ziekte en gezondheid verschillende dingen:
De Heere Jezus zegt: „Een koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan” (Mattheüs 12:25-26). Bij vaccinatie wordt er een ziekteverwekker ingespoten bij een gezond persoon, om te voorkomen dat diegene ziek wordt. Maar de Bijbelse lijn is niet dat we het kwaad (de ziekte) moeten bestrijden met het kwade (de ziekteverwekker), maar dat we juist het kwade moeten bestrijden met het goede (Romeinen 12:21). Dit principe wordt in de gezondheidszorg ook steeds meer toegepast. We gebruiken middelen om het immuunsysteem van het lichaam te versterken, zodat dit zelf de ziekte kan bestrijden.
Het Griekse woord ”pharmakeia” wordt in de Bijbel gebruikt voor ”toverij” of ”venijngeving” (Openbaring 9:20-21 en Galaten 5:20). In de Bijbel wordt steeds tegen de macht en invloed van ”pharmakeia” gewaarschuwd. ”Pharmakeia” betekent het toepassen van medicijnen of vergiftigen. De Bijbel gebruikt dit woord alleen in de negatieve betekenis, omdat het samenhangt met afgoderij: de mens die vertrouwt op iets/iemand buiten God. Vaccinatie is bij uitstek een middel waarop mensen in een maakbare wereld hun vertrouwen stellen: pas als er gevaccineerd is, kunnen we de coronamaatregelen weer loslaten, want dan zijn we ‘veilig’.
Jezus wijst Zichzelf aan als dé Heelmeester (Exodus 15:26). De medicijnen die Hij gebruikt, zijn water (Jesaja 55:1), vijgen (2 Koningen 20:7), wijn, kruid, brood, olie (Psalm 104:14-15), honing (1 Samuël 14:27) enzovoorts. Al Gods medicijnen krijgen hun helende werking door God Zelf. Hij gebruikt daarvoor geringe middelen. Soms zelfs middelen die wij zouden verachten (bijvoorbeeld slijk). Hij gebruikt echter nooit middelen die in zichzelf niet goed zijn. Hij gebruikt ze ook nooit bij gezonde mensen: „Die gezond zijn, hebben de Medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn” (Lukas 5:31).
Ziekte en dood bepalen ons steeds bij de (gevolgen van de) zondeval. Dat we sterven, kunnen we nooit voorkomen. Wij tonen echter steeds opnieuw onze trotse, hoogmoedige aard, door als God te willen zijn. Door een lockdown proberen we de besmettingsgraad onder controle te houden. Hier hebben we zelfs onze economie (een andere afgod) voor over (Job 2:4). We wachten met een volledige terugkeer naar ‘normaal’ totdat er een vaccin is. Kunnen we onze gezondheid dan helemaal in eigen handen houden? Laten we, in deze volgorde, doen wat de Bijbel ons zegt: „Vertrouw op de Heere en doe het goede” (Psalm 37:3). Onze verantwoordelijkheid bij ziekte mogen we niet vergeten, maar die komt op de tweede plaats.
Door de zonde kwam er angst in de wereld (Genesis 3:10). Daardoor gaan we op zoek naar iets wat ons kan helpen. Kunnen we iets door brand of diefstal verliezen? We laten ons verzekeren. Kunnen we onze gezondheid kwijtraken? We laten ons vaccineren. Zo kunnen we uit de handen van een genadige God blijven, omdat we vrezen voor Zijn rechtvaardige toorn. Laten we echter in onze angst tot God vluchten en Hem aanroepen. Laten we Gods roepstem volgen en terugkeren tot de Heere, opdat Hij ons geneze (Hosea 6:1).
Christenwetenschappers
Hebben wij voldoende oog voor de grootheid van de Schepper en Onderhouder van al het leven? Durven wij Hem onze Koning te laten zijn? Dat betekent niet dat we niets hoeven te doen. Onze verantwoordelijkheid blijft. Allereerst om Gods Woord te onderzoeken en de geesten te beproeven. Vervolgens om in biddende afhankelijkheid hierin een persoonlijke keuze te maken. Daarnaast hebben we christenwetenschappers nodig die wetenschappelijke dogma’s onder kritiek durven stellen en de vragen en twijfels van veel christenen rond vaccinatie (en andere thema’s) grondig doordenken en beantwoorden. Niet omdat zij gelijk willen hebben, maar omdat zij met het zoeken naar waarheid ook de vrede van de stad dienen.
De auteur is werkzaam in het primair onderwijs.