Oliedollars voor moskee al snel omstreden
Ruim 700.000 euro voor een moskee, meer dan 400.000 euro voor een cultureel centrum: vanuit de Golfstaten gaan forse donaties naar Nederlandse islamitische instellingen.
Het probleem is dat bij deze sponsors haast altijd wel een link naar een omstreden activiteit is te vinden.
Wat kan Nederland doen tegen ongewenste financiering van islamitische organisaties uit ”onvrije landen”? Die vraag stond centraal in het werk van een speciale parlementaire commissie. Donderdag biedt deze commissie haar eindrapport aan.
In de achterliggende periode werden de namen bekend van een aantal sponsors uit de Golfstaten. Geldschieters uit Koeweit staan op nummer één, hoewel er geen compleet beeld is vanuit alle Golfstaten.
Uit de namen die bekend zijn, doemt geen rooskleurig beeld op. In de meeste gevallen is een verband te leggen tussen de sponsor en het financieren van omstreden activiteiten – direct of indirect.
Een drietal voorbeelden maakt dat duidelijk; allereerst dat van de Revival of Islamic Heritage Society. De RIHS, in het Nederlands de Vereniging voor Herleving van het Islamitisch Erfgoed, heeft zijn hoofdkantoor in Koeweit en bezit filialen in allerlei landen in het Midden-Oosten.
Het is gebleken dat de afdelingen in Pakistan en Afghanistan rechtstreeks betrokken waren of nog zijn bij het steunen van al-Qaida en van terreurgroepen die aan al-Qaida zijn gelieerd. Om die reden hebben de Verenigde Staten RIHS op de lijst gezet van terreurorganisaties. De RIHS doneerde onder meer aan de Al-Fitrah-moskee in Utrecht.
Lijntjes
Het tweede voorbeeld betreft dat van de International Islamic Charity Organization. De IICO, de Internationale Islamitische Liefdadigheidsorganisatie, is een officieel lid van de Muslim World League in Mekka. Dat is een organisatie die de Saudische, wahabistische visie op de islam uitdraagt.
Tegelijk staat de organisatie bekend om zijn inspanningen om terrorisme wereldwijd tegen te gaan. De IICO, die zijn hoofdkantoor in Koeweit heeft, staat niet bekend om het financieren van terreur. Wel heeft de organisatie veel lijntjes met de internationale Moslimbroederschap. In Nederland droeg de IICO, net als de RIHS, onder meer bij aan een gebouw voor de Al-Fitrah-moskee in Utrecht.
Brein
Het derde voorbeeld betreft de Social Reform Society. De SRS, de Vereniging voor Sociale Hervorming, is de goededoelenorganisatie van de Moslimbroederschap in Koeweit en is verbonden aan de Koeweitse oppositiepartij Islamic Constitutional Movement (Islamitische Constitutionele Beweging) die alom wordt gezien als de stem van de Koeweitse Moslimbroeders.
Het verband tussen hen en terreur is al vele jaren een onderwerp van discussie. Zo zijn er beschuldigingen dat het brein achter ”11 september”, Khalid Sheikh Mohammed, lid was van de Koeweitse Moslimbroeders voordat hij naar al-Qaida vertrok.
In Nederland droeg de SRS onder meer bij aan de bouw van een pand in Den Haag voor de Stichting Sociaal Cultureel Centrum Nederland, dat „hulp en bijstand kan verlenen in het behouden van de islamitische identiteit.”
In het algemeen kan gezegd worden dat sponsors uit met name Koeweit en Qatar –verklaarbaar vanuit de geschiedenis van die landen– vaak banden hebben met de internationale Moslimbroederschap, terwijl geldschieters uit Saudi-Arabië eerder een wahabistische signatuur hebben.
Al met al doemt het beeld op dat geldschieters uit het Midden-Oosten in veel gevallen doelen steunen die op zijn minst als omstreden aan te duiden zijn, terwijl de sponsors zelf niet zelden juist een vreedzame dialoog bepleiten.
Aan de parlementaire commissie is de tamelijk ondankbare taak om hieruit eenduidige aanbevelingen te destilleren.