Eurocommissaris moet plannen voor zeereservaten onderbouwen
Virginijus Sinkevičius, Eurocommissaris van Milieu, Oceanen en Visserij, komt later dit jaar met een onderbouwing van het plan om binnen tien jaar 30 procent van de Europese zeeën te bestempelen tot marine protected area’s (zeereservaten).
Dat heeft hij volgens Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie) vrijdag toegezegd aan de visserijcommissie van het Europees Parlement, die op onderbouwing heeft aangedrongen. De parlementariërs bogen zich over de plannen van de Europese Commissie met betrekking tot biodiversiteit en ‘van-boer-tot-bord’, onderdelen van de green dealstrategie.
Van Dalen noemt de toezegging belangrijk. „Ik wil weten waar die 30 procent op is gebaseerd, of daar ook windparken onder vallen en of er voldoende ruimte overblijft voor visserij. Van de Noordzee valt op dit moment 11 procent onder de marine protected area’s. Ik vind het erg veel om dat in tien jaar naar 30 procent te tillen. Maar misschien kan er ook verschil tussen zeeën gemaakt worden.”
De Nederlander wijst erop dat de Noordzee belangrijk is voor de voedselvoorziening. „De vis die daar gevangen wordt, beschouw ik als streekproduct. Ik wil niet dat we in de toekomst Noordzeevis moeten vervangen door importvis uit bijvoorbeeld Afrika of Rusland. Dat levert alleen maar onnodig transport op en we hebben ook geen zicht op de condities waaronder die vis gevangen wordt.”
De Nederlandse regering werkt samen met belanghebbende partijen aan een Noordzeeakkoord, waarin de schaarse ruimte op het Nederlandse deel van deze zee wordt verdeeld over onder meer natuur, windparken en visserij. Volgens het in februari gepresenteerde principe-akkoord wordt tot 2030 12,5 procent van de Nederlandse Noordzee gesloten voor visserij.
Het is Van Dalen verder opgevallen dat de Europese Commissie „vol inzet” op het terugdringen van ongewenste bijvangst en zich ook „bezorgd” toont over bodemberoerende visserijtechnieken. „Ik vind dat positief, want volgens mij biedt dat een nieuwe kans voor de pulsvisserij”, zegt hij.
De pulsvisserij, een in Nederland ontwikkelde techniek van vissen met behulp van elektriciteit, werd in 2019 door Europa verboden. De Nederlandse kottervissers hadden juist volop in ‘pulsen’ geïnvesteerd. De techniek is niet alleen efficiënter dan de traditionele boomkor, maar spaart ook brandstof uit –en daarmee CO2-uitstoot– en zorgt voor minder bodemberoering. Vorige maand bestempelde de gezaghebbende Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) op basis van meerjarig wetenschappelijk onderzoek het pulsvissen tot een milieuvriendelijke methode die niet schadelijk is voor het zeeleven.
De Europese Commissie komt eind dit jaar met een eerste evaluatie van het pulsverbod. Van Dalen denkt dat naast het ICES-rapport ook de green deal kan meehelpen om de pulsvisserij alsnog vrij te geven.