PostNL na Sandd-deal nog niet klaar met ingrepen op postmarkt
Met het inlijven van rivaal Sandd is PostNL allerminst klaar met het doorvoeren van veranderingen op de postmarkt. Volgens topvrouw Herna Verhagen blijft de hoeveelheid te bezorgen post komende jaren waarschijnlijk teruglopen. Om dat op te vangen zal PostNL doorlopend veranderingen moeten doorvoeren in de manier van werken. Ook verwacht Verhagen op termijn weer minder postbezorgers nodig te hebben.
Een voorbeeld van een verandering is dat postbezorgers komende zomer in meer gebieden in Nederland met grotere routes gaan werken. PostNL zet elektrische bakfietsen in om de langere ritten behapbaar te houden voor het personeel. Precieze inschattingen over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de komende jaren kan Verhagen nog niet geven. Volgens haar zullen veranderingen zoveel mogelijk via natuurlijk verloop plaatsvinden.
Komende tijd verwacht het postbedrijf overigens nog nieuwe mensen aan te nemen. Het gaat om bezorgers die eerst voor Sandd werkten via franchisebedrijven. Voor hen was begin deze maand, bij het rondkomen van de postfusie, nog geen oplossing gevonden. Dat kwam volgens PostNL omdat de franchisebedrijven een collectieve regeling wilden. PostNL is inmiddels met de betreffende mensen zelf in gesprek en sommige van hen zijn al aan de slag bij de onderneming.
PostNL telde vorig jaar zo’n 130 miljoen euro neer voor het inlijven van Sandd. Hierdoor denkt de onderneming te kunnen garanderen dat er ook in de toekomst overal in Nederland nog een postbezorger langs de deuren gaat. Verhagen verwacht dat de eerste synergievoordelen van de deal zich in de loop van dit jaar zullen uitbetalen.
Ondanks de verdere krimp van het postvolume, wist PostNL zijn omzet vorig jaar licht te verhogen. Dankzij groei bij de pakketbezorging dikten de opbrengsten aan tot ruim 2,8 miljard euro. De winst ging wel omlaag, vooral als gevolg van kosten in verband met de Sandd-deal. Voor 2020 gaat het bedrijf uit van een toename van de onderliggende bedrijfsresultaten. Ook is de verwachting dat er binnen een tot twee jaar weer dividend aan de aandeelhouders kan worden uitgekeerd.