Euthanasiewet België doorstaat testcase
Een rechtbankjury in Gent sprak vrijdag drie artsen vrij die betrokken waren bij een euthanasiezaak in 2010. Het proces om gifmoord deed de gemoederen in België hoog oplopen.
Meer dan acht uur hadden de juryleden van het Gentse hof van assisen, een rechtscollege bestaande uit een volksjury, er donderdag voor nodig om tot een uitspraak te komen. De klok wees half twee vrijdagmorgen toen ze eindelijk met hun uitspraak kwamen: vrijspraak voor de drie artsen die betrokken waren bij euthanasie op de 38-jarige psychiatrische patiënt Tine Nys in april 2010. Aan de uitspraak waren tien beladen dagen van getuigenverhoren voorafgegaan.
Het was de eerste keer dat in België artsen voor de rechter stonden op beschuldiging van inbreuk op de euthanasiewet. Daardoor kreeg de zaak een veel zwaardere lading dan deze ene kwestie. De verdediging van de artsen voerde aan dat een veroordeling het einde van de euthanasiepraktijk in België zou betekenen. Artsen die euthanasie uitvoeren, zouden dan immers „steeds potentiële daders in een gifmoord” zijn, zoals advocate Evelien Delbeke donderdagmorgen zei.
Volgens het openbaar ministerie waren rond de levensbeëindiging van Nys de voorwaarden van de euthanasiewet onvoldoende nageleefd. Ze kreeg voor haar doodswens steun van haar psychiater, de uitvoerende arts en haar huisarts. De rol van de laatste was echter onduidelijk. Hij had zich altijd tegen de wens van zijn patiënt verzet, maar leverde na een smeekbede van Nys alsnog de benodigde derde handtekening om de euthanasie mogelijk te maken. Als kanttekening noteerde hij echter haar besluit te betreuren.
De huisarts zei tijdens het proces bovendien dat hij nog een afspraak met zijn patiënte had uitstaan en de hoop had het voornemen alsnog uit haar hoofd te kunnen praten. Daar kwam het echter niet meer van, omdat de euthanasie al twee uur na het schrijven van zijn briefje bleek te zijn voltrokken. Daarnaast bestonden er rond de uitvoering en afhandeling van de euthanasie vragen.
De familie had achteraf sterk de indruk dat de artsen Nys „naar de dood hadden geduwd.” Zus Sophie gaf donderdag via een openbare brief aan niet te geloven dat Tine uitbehandeld was. „Alle hulpverleners die in beeld kwamen, hebben alleen inspanningen gedaan in verband met je euthanasievraag. Niemand ging aan de slag met de vraag áchter de euthanasievraag”, schreef ze.
Nys had een zwaar psychiatrisch verleden. In het proces kwamen pijnlijke details over haar leven naar voren. Ze zou als kind veel zijn geslagen en al op haar veertiende een doodswens hebben gehad. Zes zelfmoordpogingen mislukten – in één van de gevallen lag ze tien dagen in coma en belandde ze anderhalf jaar in een rolstoel. Ze raakte aan de drugs en in de prostitutie. Tot vijftien keer toe liet Nys zich opnemen in een psychiatrische instelling. „Ze wilde gewoon dat het stopte”, zei een vriend van haar tijdens het proces. Maar Sophie vermoedt dat haar zus onder invloed van drugs euthanasie heeft ondergaan.
Opmerkelijk is de aantijging die één van de advocaten van de artsen, Walter Van Steenbrugge, uitte richting de Rooms-Katholieke Kerk. Die zou volgens hem achter het besluit hebben gezeten om de zaak door te zetten. Van Steenbrugge wees erop dat twee advocaten van de familie eerder de verdediging voerden van bisschop Roger Vangheluwe en kardinaal Godfried Danneels in een misbruikzaak. „Dit is een politiek-religieus getekend proces”, zei hij daarom.
Eerder eiste Van Steenbrugge al dat mogelijke meelevende rooms-katholieke juryleden in de zaak gewraakt zouden worden. Critici noemden die eis een regelrechte aanval op de rechtsstaat.
De voorzitter van de federale euthanasiecommissie, Wim Distelmans, zei vrijdag blij te zijn met de uitspraak. Daarnaast ziet hij in het proces een aanzet de euthanasiewet te „verbeteren.” Hij denkt daarbij ook aan het mogelijk maken van euthanasie voor dementerenden. „Sommigen noemen dat een uitbreiding van de wet, ik noem dat een verbetering omdat mensen hier heel erg om vragen.”